Dordt telt tegenwoordig een paar ‘vaste’ schreeuwers


schreeuwVolgens mij komt het in elke stad wel voor. Van mijn eigen Dordt weet ik het zeker omdat ik het deze zomer, al dikwijks van nabij meemaakte: iemand slaat door, begint keihard te schreeuwen en jaagt een halve straat de gordijnen in. Sommige mensen lopen angstig weg, anderen schieten nerveus in de lach en blijven nieuwsgierig, zij het op veilige afstand, staan en een enkeling probeert de schreeuwer tot bedaren te brengen.
De vaste schreeuwers (we hebben er momenteel een stuk of drie in de stad) zijn, laten we zeggen, nogal vergelijkbare types: mannen van begin veertig (toevallig allemaal mét baard), vaste klantjes van ‘Leger’ of Yulius, dronken, gedrogeerd of juist uitermate gefrustreerd wegens het ontbreken van hun dagelijkse dosis ‘medicatie’, onverstaanbaar en vooral onmachtig en boos. De afgelopen weken hoor ik vanuit mijn zolderkamertje, waar ik deze column schrijf, bijna dagelijks een of meerdere brullers ‘langsschreeuwen.’
Op het Vrieseplein is het dit jaar, qua gehang van dronkenlappen, opvallend veel rustiger dan in voorgaande jaren. Met uitzondering van gisteren dan, want op één van de bankjes van het plein had zich een schreeuwer genesteld en niet bepaald met het plan om een vocale pauze in te lassen. Vanaf zijn bankje werden alle langslopers toegebruld met moeilijk te definiëren klanken en dus hielden Blafmans en ik even halt bij wat omstanders die hoofdschuddend stonden toe te kijken. Ze hadden inmiddels ook al een naam voor hem verzonnen. ,,Zeg kun jij Blafmans niet effe op die Sjuul de la Kroket afsturen, dan pleurt ‘ie vast wel op,’’ stelde een buurman gekscherend voor. Maar dat hoefde al niet meer. Blafmans rukte zich kordaat los en nam plaats tegenover de bankschreeuwer. Wat er toen gebeurde had ik niet verwacht. De man stopte met schreeuwen en ging op zachte toon met mijn hond in gesprek. Blafmans bleef braaf zitten en trok zijn vriendelijkste tronie. De Yulius-klant stond vervolgens op, pakte de riem en bracht Blafmans bij mij. ,,Leuke hond man,’’ zei hij nog, alvorens hij in zalige stilte koers zette richting ‘de Bleek.’ Die stilte werd doorbroken door een buurtbewoner: ,,Blafmans for president,’’ opperde hij.

Plaats een reactie