Zuidpolder


Er moeten méér rijke stinkerds naar Dordrecht komen. Het zijn bijna letterlijk de woorden van (toen nog géén wethouder) Jan Lagendijk in een op schrift gestelde toekomstvisie van deze moeder aller provinciesteden. De van oorsprong arbeidersstad Dordt is, hoe je het wendt of keert, nu eenmaal een stad van armoedzaaiers en met armoedzaaiers is het blijkbaar moeilijk opstomen in de vaart der volkeren. De zogeheten toekomstvisie 2010 (inmiddels overigens alweer vervangen door een verse versie die 2020 in het vizier heeft) is in de ogen van het stadsbestuur voornamer geworden dan een Dordtse Statenbijbel. Dordt moet ‘op chique’ en het winkelaanbod moet P.C. Hooft naar de kroon steken. Met meer toeristen en welvarende inwoners zou de euro nu eindelijk eens moeten gaan rollen in de binnenstad.

Hoven

Bouwen… dúúr bouwen is momenteel het credo. Dat leidde eerder al tot het foeilelijke wannabee-wijkje De Hoven, bestemd voor Dordtenaren die het nét even iets beter hebben, maar ook weer niet zó goed dat ze in Brasschaat kunnen gaan wonen. Een wandeling door dit veredelde woonwagenkamp stemt tot treurigheid, die vooral is af te lezen aan de door schuldenlast getekende gezichten van veel ongelukkige bewoners.

Omdat de bouw van woningen in Dordt achter schijnt te lopen bij de vraag en omdat het stadsbestuur haar (toekomstige) inwoners graag meer variatie wil aanbieden in het woningaanbod leeft de gedachte bij B & W dat er ‘méér Hoven’ op het eiland moeten komen. Er schijnt hier een enorme behoefte aan ruimere woningen in een groene en landelijke woonomgeving te zijn en dus wordt nu naarstig onderzocht of ook op de laatste schaarse groene plekjes van dit eiland gebouwd kan worden. In de Zuidpolder bijvoorbeeld, een prachtige polder, ten zuidoosten van Dubbeldam. Ik word daar niet vrolijk van. Wéér een mooi stukje Dordt aan gort en waarom eigenlijk? Die zogeheten nieuwe rijke bewoners zie je straks heus niet in de Dordtse binnenstad een honderdje stuk slaan hoor. Wie een overschot aan pegels in de achterzak heeft, zoekt zijn recreatie-heil écht niet op het eiland zelf. Peperduur wonen in een stukje gecultiveerde natuur trekt een heel ander type mens aan… het type dat zonder blikken of blozen de four wheel drive nog eens flink op de staart trapt voor een drie-sterren-maaltje in Sluis, een maatgesneden colbertje haalt op de échte P.C. en vervolgens nog even doorscheurt naar een megabioscoop of een theater in Antwerpen of Rotjeknor. Maar dat soort mensen wíl ook helemaal niet in Dordt wonen. Mensen met centen wonen in ’t Gooi, in Wassenaar of Kralingen. Potentiële Zuidpolder-bewoners staan niet in de Quote Top 100, hooguit in Lifestyle Dordt. Die gaan niet naar de binnenstad, want ze parkeren liever gratis op het Damplein, waar ze hun boodschappen doen. En als de hypotheek te hoog is gaan ze stiekem met het tweede autootje naar de Lidl in Zwijndrecht.

Zuidpolder

Expansiedrift en geldzucht maken een stad er meestal niet mooier en niet beter op. Laten we tevreden zijn met ons arbeidersimago en de stad aantrekkelijk maken met lagere huur- en koopprijzen voor toekomstige bewoners en winkeliers. Niet groot-, maar kleinschalig denken… géén Mediamarkt, maar leuke, originele winkels en galeries. Een gevarieerd winkelaanbod voor mensen met kleine én ruimere beurzen. Dat maakt een centrum levendig. En wie weet… misschien willen er dan zelfs wel weer échte bakkers en slagers naar de stad komen en misschien krijgen we dan eindelijk weer een heuse bioscoop met bewegende lichtbeelden en zo. En als het eiland vol is, nou ja, dan is de grens bereikt. Vette pech…plek zat in Blaricum.

Kees Thies

Plaats een reactie