
Ik sta op het winkelplein van Crabbehof. Ooit noemde men dit een Vogelaarwijk (met dank aan voormalig en gelijknamig minister Ella). Voordien spraken we van volkswijk, achterstandwijk of probleemwijk, later kwamen termen als signaalwijk en kansenwijk in zwang en nu noemen we Crabbehof en Wielwijk krachtwijken. Ach, het is maar wat voor naam je het beestje geeft. Er wonen hier misschien wat meer ‘medelanders’ (vroeger noemden we ze gastarbeider, allochtoon of gewoon Turk of Marrokkaan) er leven hier relatief meer mensen van een uitkering, of laten we zeggen, een wat bescheidener salaris dan in andere buurten, maar al die politiek correcte omschrijvingen scheppen een beeld dat Crabbehof weinig recht doet. Ik sta hier namelijk midden op een gezellig winkelplein met een aanbod waar ik als binnenstadsbewoner best wel jaloers op ben. Ik heb de keuze uit twee supermarkten, er zit een zalige toko, een prima sigarenboer, een uitstekend Chinees restaurant en er zijn verder nog heel veel winkels die gezamenlijk een compleet aanbod genereren. Opvallend trouwens, dat ik steeds vaker het centrum uit moet om die dingen te kopen die ik wíl of eenvoudigweg moet kopen, maar daar gaat het nu even niet om. Ik wil het hebben over het stigma dat wijken als Crabbehof, Wielwijk en Krispijn hebben gekregen. We denken vaak aan de problemen die hier spelen en speelden en zijn vergeten dat hier vooral veel héél gewone, hard werkende en goed willende mensen wonen.
Hier in Crabbehoff, maar ook in het ‘nieuwe’ Wielwijk en de herontwikkelde buurten van Oud-Krispijn, spelen kinderen op straat, leven de meeste mensen gebroederlijk met elkaar en is het goed toeven. Nee, ik sluit mijn ogen niet voor de mindere kanten, maar zie met eigen ogen dat er toekomstmuziek in Dordrechts buitenwijken zit. Ik woon in een centrum dat achteruit holt, waar het winkelaanbod slinkt, waar de straten vuil zijn en waar drinkebroers het beeld bepalen. En soms denk ik dan: wie woont er hier nu in hemelsnaam in een achterstandswijk? Hier met die Vogelaarcenten. Anders ga ik emigreren… naar Crabbehof.