
Terwijl de verkeerswethouders in Dordrecht en Zwijndrecht nog wat doorkibbelen over de toekomst van de Zwijndrechtse brug (moet ‘ie nou autoluw of autovrij worden?) hoor ik mensen die er in doorgeleerd hebben over diezelfde brug de noodklok luiden. De Verkeersbrug Dordrecht (zo heet dat ding officieel) is namelijk, zo blijkt uit onderzoek, een tikkie wankel aan het worden, wegens betonschade en roestvorming in de nokken.
In het programma EenVandaag stelt emeritus hoogleraar Rob Nijsse dat de brug, als gevolg van achterstallig onderhoud, in griezelig matige staat verkeert. Nijsse noemt de situatie zelfs zorgelijk: ,,Als de nok bezwijkt ligt instortingsgevaar op de loer.”
Niet voor niets is de brug inmiddels niet meer toegankelijk voor verkeer zwaarder dan 20 ton en dat kan wel eens een probleem opleveren, want sommige van die vrachtwagens voor wie de brug nu taboe is mogen, gezien hun lading, ook niet door de tunnel. Los van dat economische euvel rijst de vraag: kunnen wij, eenvoudige Drechtstedelingen, nu nog veilig per auto over die brug naar de overkant of krijgen we hier straks Italiaanse toestanden? Ik bedoel… die (eveneens betonnen) brug in Genua, die in 2018 zo plotseling in elkaar stortte, was volgens de lokale autoriteiten, die nog niet zo lang daarvoor zelfs nog een inspectie hadden laten doen, immers ook veilig. Later, toen het leed (43 dodelijke slachtoffers) al geleden was, kwam aan het licht dat ook bij deze brug sprake was van gebrekkig onderhoud. En nu wil ik in deze column geen paniek zaaien, want feit is dat de Morandibrug vele malen groter was en ook stukken intensiever gebruikt werd dan de Zwijndrechtse brug. Daar tegenover staat wél dat ‘onze’ brug bijna twee keer zo oud is als wijlen de Ponte Morandi. Zo lang ik daar dus nog geen handige Harry van Rijkswaterstaat met een troffel zie rondlopen. ben ik niet helemáál gerustgesteld. Intussen dus eerst maar even een schietgebedje bij de opgang.