We zijn de kunst van het polderen een beetje verleerd


Na een kleine vijftien jaar elke dag een column schrijven voor deze krant (dat zijn er inmiddels ruim 4.000) beschouw ik dat lege beeldscherm – wachtend op 319 woorden – toch elke ochtend weer als een plezierige uitdaging. In al die jaren heb ik (griepjes daargelaten) zonder ook maar iets van tegenzin het nieuws onder ‘mijn’ loep genomen; relatief grote zaken als woningtekorten, verkeersingrepen, opvang van asielzoekers, op stapel staande megaprojecten, politieke visies en idealen (van welke kleur dan ook) of ingrijpende gebeurtenissen vragen nu eenmaal om duiding of omlijsting en dus giet ik mijn overwegingen hierover dagelijks in een persoonlijk gekleurd jasje. Daarbij heb ik me altijd voorgehouden dat mijn mening uiteindelijk ook maar ‘een’ mening is. Ik bedoel: ik zie het als mijn taak om, over welk onderwerp dan ook, de discussie aan te slingeren of, waar nodig, op te rakelen. Daarnaast vind ik trouwens dat een column ook aangenaam moet zijn om te lezen; een beetje humor (liefst mét zelfspot) kan in ieder geval geen kwaad toch?
Er is wel één verschil met vroeger. Ik kan me de tijd nog heugen dat je in een discussie serieus moeite deed elkaar tegemoet te komen. Vandaag de dag is daar in veel gevallen al lang geen sprake meer van. Tegenwoordig (met dank aan de ‘socials’) slinger je een ongenuanceerde, soms louter op emotie gebaseerde kort-door-de-bocht-visie het liefst op zo luid mogelijke toon de wereld in om vervolgens de luiken te sluiten ter conservering van het heilige eigen gelijk. Dat vind ik jammer… dat we tegenwoordig vooral met de hakken in het zand discussiëren en niet meer pogen om op z’n minst met elkaar overeen te komen over het feit dat we soms even simpelweg niet overeen komen. We mogen dan polderbewoners zijn… de aloude kunst van het polderen – iets waar we ooit wereldwijd om bewonderd werden – moeten we onszelf toch écht weer een beetje gaan aanleren.

Plaats een reactie