Beroemdste Dordtenaar is niet meer


Als ik u zou vragen wie de aller-beroemdste Dordtenaar is… wat zou u dan antwoorden? De kans dat u staatsman Johan de Witt noemt, lijkt me niet denkbeeldig. Hebt u meer met schilderskunst dan komt u misschien uit bij Aelbert Cuyp of Ary Scheffer (die overigens slechts een deel van zijn jeugd in Dordt doorbracht). Of gaat u voor de nauwelijks nog van de treurbuis te branden René van der Gijp? Die zou deze eer overigens wegwuiven met de kreet: ‘Nee joh pik… ik ben een Dubbeldammer.’
De heren hebben geen schijn van kans, aangezien er maar één persoon voor deze titel in aanmerking komt, namelijk Cees van Nes. Deze Dordtenaar, die afgelopen zaterdag op 83-jarige leeftijd overleed, werd tegen wil en dank hét mondiale gezicht van het fenomeen hoog water in Holland en werd daardoor dus eigenlijk wereldberoemd.
Altijd als het water in de Dordtse binnenstad over de kades klotste, kwam ‘tout’ fotograferend Nederland een kijkje nemen bij de Korte Engelenburgerkade, waar Cees – grijs haar, grijze snor, pijp in de mond – dan vaak voor zijn raam stond. Waarom dat zo’n bijzonder plaatje opleverde? Omdat het water soms hoger stond dan de onderkant van zijn kozijn en Cees daar stoïcijns bij bleef kijken. ,,Niks aan de hand mensen’, zo leek hij te zeggen. ,,Ik sta hier droog, want het hele zaakje is prima afgekit.’’
Elf jaar geleden haalde een foto van Cees, gemaakt door ANP-fotograaf Jerry Lampen, wereldwijd voorpagina’s. Een jaar eerder al pronkte een vergelijkbare plaat, gemaakt door de inmiddels eveneens overleden Dordtse persfotograaf Rinie Boon, op de voorpagina van deze krant en nóg eerder (in 2003 al) ‘schoot’ fotograaf Etienne Busink zo’n zelfde foto ook al eens. Ongevraagd werd Cees het symbool van de oer-Hollandse strijd tegen het water.
Ik herinner me vooral een aimabel mens, die me eens op vriendelijke toon belde met de vraag: ,,Zeg, kunnen jullie volgend jaar niet eens wat anders verzinnen?’’

Plaats een reactie