‘Als de rekening komt moer er altijd wel iemand plassen’


Zou het ooit nog gaan lukken… echte intergemeentelijke samenwerking in de Drechtsteden? Ik bedoel dus daadwerkelijk samen de schouders er onder, alle neuzen dezelfde kant op en in broederlijke (of zusterlijke) gemeenschappelijkheid op de meest efficiënt mogelijke wijze opkomen voor de belangen van alle Drechtstedelingen? En ja, ik weet het… dat zijn clichétermen van hier tot Tokio, maar die schetsen nou juist exact waar het al jaren aan schort in deze regio. Een jaar of zes geleden bijvoorbeeld constateerde het welbekende Bureau Berenschot al eens dat die samenwerking hier al sinds jaar en dag voor geen meter loopt. Precies diezelfde conclusie trok – eveneens jaren geleden – een speciale onderzoekscommissie onder leiding van voormalig minister Deetman. En nu concludeert wederom een ongetwijfeld peperduur organisatieadviesbureau (Common Eye) dat het op het gebied van samenwerken in deze regio nog altijd moeizaam gaat. Dat staat allemaal beschreven in een zeer uitvoerig rapport dat in Jip-en-Janneke-taal uiteindelijk op het volgende neerkomt: gezellig met z’n allen aan het diner zitten en vervolgens mooie plannetjes maken doen bestuurders in de Drechtsteden graag, maar op het moment dat de ober de rekening op tafel legt moeten er altijd wel een of twee gemeentes héél dringend naar het toilet. Nee, dat staat niet letterlijk in het rapport, maar dat is wél hoe ik het gelezen heb. 
Waar het eigenlijk op neerkomt is dat we – op intergemeentelijk niveau – de lusten wél graag, maar de lasten uiteindelijk liever niet delen. En nu concludeert Common Eye dus dat er weer een Drechtstedenbestuur komen, waarin burgemeesters en wethouders samen moeten gaan besluiten waar we als Drechtsteden naar toe willen. Maar wacht even… die ‘Drechtraad’ hadden we twee jaar geleden toch juist opgeheven omdat de zeven deelnemende gemeenten in die onwettige bestuurslaag zonder enige zeggingskracht louter voortdurend voor eigen parochie preekten? Ik roep alvast heel voorzichtig: tijd voor die Drechtstad. En nee, zo moet ‘ie niet heten hoor. Laten we hem ‘Daadkracht’ noemen.

Plaats een reactie