
,,Het is een dooie en anonieme boel geworden… alles wat hier ooit zo aantrekkelijk was is in de loop der jaren gestaag wegbezuinigd.’’
Dit vertelde mij eerder deze week een wanhopige Stadswielbewoonster, die me aansprak toen ik op het Beverwijcksplein mijn hond aan het uitlaten was.
Vanwege de kou besloten we ons gesprek in haar woning voort te zetten. ,,Mag Blafmans mee? Tuurlijk.. ik heb zelfs nog wel wat hondensnoepjes voor haar liggen hoor.’’
Eenmaal binnen vertelde de bewoonster mij het volgende: ,,Ik ben hier ooit gaan wonen toen ik er, na het overlijden van mijn echtgenoot, alleen kwam voor te staan. Ik koos bewust voor het Stadswiel, omdat ik, net als veel mede-bewoners alhier, nu eenmaal verknocht ben aan de binnenstad, maar toch vooral ook omdat eventueel noodzakelijke hulp hier destijds relatief makkelijk binnen bereik lag. Ik bedoel… in dit complex bevonden zich ooit diverse op zorg gerichte diensten en was er ook een heuse balie die als een soort vraagbaak voor de bewoners fungeerde. Dat is er inmiddels allemaal al een tijdje niet meer, want stap voor stap weg-gesaneerd. Gelukkig was er dan nog wél het restaurant, waar je vroeger in gezamenlijkheid een hapje kon eten. Maar dat is nu ook verleden tijd, want kennelijk leverde het allemaal te weinig op. Toch was het fijn dat we hier dan in ieder geval nog een soort gemeenschappelijke plek hadden en dus besloten we om af en toe met elkaar af te spreken in de nu lege restaurantruimte… we namen zelf dan wel wat eten en drinken mee en soms legden we ook een kaartje, of werd er gehaakt of geknutseld. Kortom, je onderhield in ieder geval nog wat contact met je medebewoners. Alleen ook dááraan komt nu een einde, want we mogen straks de restaurantruimte niet eens meer in. Die gaat namelijk op slot. Kun je daar wellicht eens een column over schrijven, want niemand luistert kennelijk naar onze noodkreet.’’
Het blijft beschamend om alles maar te niet te doen, omdat er geen winst gemaakt wordt. Al de mensen die nu in dergelijke woonvormen wonen hebben ons (lees Nederland) welvarend gemaakt en hebben er jaren kei en keihard voor gewerkt en daarbij horende premies betaald. We zouden deze generatie moeten vertroetelen en liefhebben, maar het tegendeel gebeurd. Ik vind dat de overheid dit moet oplossen i.s.m. de burgers. Gewoon omdat deze generatie het verdiend en we het toch niet kunnen maken dat deze mensen aan hun lot worden overgelaten.