
Ze zeggen dat het goed is voor de vacht, maar ik heb me in die stelling eerlijk gezegd nooit serieus verdiept. Feit is in ieder geval dat Blafmans, meestal op de zaterdagmarkt maar soms op de vrijdagmarkt, altijd een haring ‘in stukjes’ krijgt. ,,Het is voor de hond, dus zonder uitjes graag’’, zeg ik er, bij het bestellen, dan altijd ten overvloede bij, want de meiden van de kraam wéten het al. Trouwens… het zal Blafmans verder worst wezen, want het hele hap-slik-weg-feest duurt, mét of zonder uitjes, over het algemeen nog geen twintig seconden.
Pas na die traktatie mag ik weg… althans, zonder straatdrama. Wil ik het haringritueel een keertje over slaan wegens haast en dus even snel diagonaal de markt oversteken, dan gaat Blafmans (ik schreef dat al eens eerder) pontificaal, midden op het plein op haar rug liggen om zich alsnog te verzekeren van haar wekelijkse traktatie.
Dat Bkafmans zo ‘streetwise’ is heeft te maken met het feit dat ze, voordat we haar adopteerden, straathond te Bulgarije was en kennelijk heeft ze zichzelf daar aangeleerd dat je met een meelijwekkende bedelblik (kopje licht draaien, één poot alvast een stukje omhoog) een hoop gedaan krijgt. Ze heeft op die manier een warme relatie opgebouwd met het personeel van de Kippie, de eigenaren van restaurant Africa, met Ruud van de Indokoffie en de visboer op de Vriesebrug, waardoor onze wandelingetjes inmiddels een soort malle zigzagdans door het stadshart zijn geworden.
Op de weegschaal bij de dierenarts luidde onlangs het verdicht dat Blafmans ruim twee kilo te zwaar is. Gelukkig keek de dokter me daarbij niet verwijtend, maar juist begrijpend aan.
Hij concludeerde dat namelijk na drie snoepjesoverdrachten… één voor op de weegschaal, één voor een entree in de spreekkamer en de derde voor een sprongetje op de behandeltafel.
,,Wat is ‘ie bijdehand hè… Oostblokkertje zeker?’’
We verlieten het pand met een pak dieetvoer… kost een cent, maar dan hebbie ook wat.