
Bouwen, bouwen en nog eens bouwen… dan maar even niet prestigieus, maar vooral haalbaar voor mensen met een ‘bescheiden’ beurs. Met woorden van die strekking eindigde ik mijn column van gisteren, want feit is en blijft dat té veel Dordtenaren (vooral starters, maar zéker ook ‘doorstromers’) al té lang vergeefs op zoek zijn naar betaalbare woonruimte.
En ja, ik ben me bewust van het feit dat het voor een columnist soms ‘makkelijk praten’ is, maar ik vind nu eenmaal dat gemeentebesturen hier de afgelopen decennia té veel hebben ingezet op het hogere segment en de oren vaak hebben laten hangen naar de wensen (nee, zelfs eisen) van projectontwikkelaars. Ook vraag ik me af welke rol woningcorporaties vandaag de dag nog spelen? Die waren toch juist opgezet om woonruimte te creëren en te beheren voor mensen die niet ‘hoog op de beurs’ zitten?
In mijn column van gisteren pleitte ik voor meer recht-toe-recht-aan hoogbouw, zoals ‘we’ dat zestig jaar geleden óók deden, toen de uitbreidingswijk Sterrenburg werd ontwikkeld. Ook in die jaren was er sprake van woningnood en die werd destijds kordaat geledigd door in die wijk grote flats te bouwen.
Ik concludeerde gisteren dat we dat vandaag de dat eigenlijk óók weer zouden moeten doen, al kwam ik in die column (nog) niet tot het antwoord op de dan logische vervolgvraag: waar dan? Moeten we nóg meer gaan ‘inbreiden’… ofwel bouwen op min of meer lege plekken waar het nog kan in een verder al bebouwde omgeving?
Is verder ‘optoppen’, ofwel extra verdiepingen bouwen ‘op’ reeds bestaande hoogbouw (zoals onlangs aan de Oranjelaan gebeurde) dan wellicht een optie? Iets voor die lage flats aan de Blaauwweg misschien?
Of moeten we dan tóch gaan uitbreiden door de ‘grenzen’ te verleggen naar enkele nu nog onbebouwde polders? Ja, ik weet het… groen is een schaars goed op dit eiland, maar nood breekt wet toch? Ik benieuwd naar úw visie hierop.