Het web rond Chemours begint zich langzamerhand te sluiten. In een zogeheten tussenvonnis oordeelde de Rotterdamse rechtbank, anderhalf jaar geleden al, dat Chemours in ieder geval deels aansprakelijk is voor jaren achtereen aangerichte milieuschade. Ook oordeelde de rechter destijds dat het bedrijf, bij het aanvragen van vergunningen, belangrijke informatie over de schadelijkheid van de uitstoot heeft achtergehouden. Intussen loopt er ook nog eens een strafrechtelijk onderzoek naar Chemours, waarbij de politie onlangs zelfs een inval deed om extra bewijsmateriaal te verzamelen.
Iets van dat bewijs móet wel geleid hebben tot wederom een schandaal, waarover het chemieconcern tot dusver altijd gezwegen heeft: Custom Powders, een fabriek in Helmond, dat teflonpoeder verwerkte voor DuPont (nu Chemours), zou, volgens het programma Zembla jaren achtereen afvalwater met PFAS rechtstreeks in het riool hebben geloosd. DuPont blijkt daarvan al sinds 2011 op de hoogte te zijn geweest. Ook wist men bij DuPont in 2007 al dat de hoeveelheden PFOA in het bloed van medewerkers van dit Helmondse (eigenlijk Britse) bedrijf zelfs vele malen hoger zijn dan in het bloed van Dordtse en Amerikaanse DuPont-medewerkers.
Custom Powders is inmiddels failliet, mede als gevolg van een schadeclaim die de gemeente Helmond destijds bij het bedrijf neerlegde. En dus onderzoekt Helmond nu de mogelijkheid om Chemours in Dordrecht als ‘partner in crime’ aansprakelijk te stellen voor de aangerichte milieuschade.
Nu zal het recht ongetwijfeld op enig moment zijn loop wel krijgen, al vrees ik dat daar nog jaren overheen zullen gaan; kennelijk moet er nóg meer bewijs op tafel komen om tot een enigszins kansrijke strafzaak te kunnen komen.
Wat tot op heden, in mijn ogen althans, onderbelicht blijft is de rol die ambtenaren en bestuurders speelden in de verstrekking van vergunningen. Zonder nu direct met de beschuldigende vinger te wijzen lijkt het me zaak dat ook de verantwoordelijkheid van betrokken overheidsinstanties aan nader onderzoek wordt onderworpen.