Tijdens loodzware verhoren gaf heldin ‘Sjaantje’ geen krimp


Elk jaar weer, zo tegen de 4e mei, sta ik in mijn dagkroniekje stil bij ‘één van de namen.’ Wat ik daarmee bedoel? Da’s simpel… ik wil, zij het in mijn eigen worden, graag ‘een gezicht’ geven aan die plaatsgenoten die in de oorlogsjaren in woord en daad ‘het verschil’ maakten en/of aan die mensen die, om welke reden dan ook in die ‘Dordtse’ bezettingsjaren het hoogste offer brachten.
En dus schreef ik de afgelopen jaren over verzetshelden als Lenie Dicke, Jan en Diet Kloos, Gijs van Bemmelen, over rabbijn Barend Katan en over de 12-jarige Frida van der Zee die, als gevolg van een ‘vergissingsbombardement’ (van de geallieerden) het leven liet in een bloemenzaak aan de Museumstraat. Deze column biedt me helaas te weinig ruimte om álle namen te noemen en ook kom ik dan lettertekens te kort om stil te staan bij het leven van de Dordtse verzetsheldin Sjaantje, ofwel Jeanne Berkelaar. Op 8 augustus 1944 werd deze moedige koerierster verraden en door de Duitsers opgepakt. Niet veel later werd zij op transport gesteld naar onder andere kamp Vught en Ravensbrück om uiteindelijk in concentratiekamp Dachau te ‘belanden.’ Dat zij haar verblijf in dat vernietigingskamp (na uiterst zware verhoren, waarbij ze niet zwichtte) overleefde, is te danken aan het feit dat dit kamp in mei ’45 door de Amerikanen bevrijd werd. Jeanne Berkelaar – zij overleed in 2007 in Dordrecht – is onlangs geëerd met een ‘straatnaam’ op de Essenhof.
Op weg naar de herdenking van tachtig jaar vrijheid is er in het museum 1940-1945 aan de Nieuwe Haven een expositie te zien zover vrouwen in het verzet en daar ontbreek het verhaal van Jeanne vanzelfsprekend niet. Op 4 mei zal haar naam ook worden uitgesproken tijdens een interkerkelijke herdenkingsbijeenkomst in de Kruiskerk aan de Vriesestraat.
Mijn persoonlijke twee minuten van dankbaarheid zijn komende zondag ‘voor Sjaantje.’

Plaats een reactie