
Ach ja… de Kiltunnel. Dat magistrale kunstwerk dat generaties automobilisten uit stad en regio heeft opgevoed in het nobele ambacht van tol betalen. Want zeg nou zelf: een tunnel gratis maken? Waar blijft dan de romantiek van het gehannes met munten, het stressvol zoeken naar je Telecard onder de autostoel, terwijl de rij achter je langzaam ongeduldig begint te toeteren?
In Provinciale Staten van Zuid-Holland is gisteren een voorstel besproken van BBB, ChristenUnie en JA21 om de prijzen voor personenauto’s met een Telecard met een kwart (ruim 30 eurocent) te verlagen. Op zich goed bedoeld natuurlijk, maar laten we eerlijk zijn: deze tunnel had al lang en breed gratis moeten zijn. Waarom? Nou, Zuid-Hollanders betalen al een behoorlijke smak aan wegenbelasting, dus waarom moeten we óók nog een extra tolheffing ophoesten? Alsof we bij de supermarkt bij de kassa nog een tweede keer moeten afrekenen voor hetzelfde pak appelsientje.
Daarnaast is de Kiltunnel inmiddels al bijna vijftig jaar oud en toen ‘ie (eind jaren zeventig dus) werd gebouwd, was tol – zo werd ons destijds verteld – een noodzakelijk kwaad om de kosten terug te verdienen. Inmiddels leven we in het jaar 2025 en de renteloze lening van de automobilist aan de provincie moet, ja zelfs ondanks grootscheepse onderhoudsbeurten – al jaren geleden zijn afgelost.
En dan nóg wat… ons wordt al decennialang beloofd dat de tunnel ooit tolvrij zou worden. Iedere paar jaar verschijnt er een nieuw politiek circus waarin men plechtig belooft dat het einde van de tol nabij is. Het is inmiddels zo’n klassiek sprookje dat het in het Arnhemse Openluchtmuseum een eigen attractie verdient.
Dus laten we de Kiltunnel uit de tol-slavernij bevrijden, de munten voorgoed verbannen en de Telecard naar het Rijksmuseum brengen als herinnering aan een tijd waarin we braaf betaalden voor iets dat allang van ons had moeten zijn. Gratis doorrijden is geen luxe, maar simpelweg de vervulling van een oude belofte.