
Er was een tijd dat je in winkelcentrum Drievriendenhof in gezelligheid kon verdwalen.
Ik herinner me een en bric á brac van kleurrijke winkels; binnenstadsbezoekers vergaapten zich aan het rijke aanbod, kinderen plakten met smacht hun neus tegen de etalage van de speelgoedwinkel en de buurt deed er – toegegeven.. iets te ‘yupperige’ – boodschappen. De sfeer was er gemoedelijk, een tikkie kneuterig misschien, maar toch vooral positief. Voor mij – en ik denk voor héél veel Dordtenaren – had het best zo mogen blijven, want de Drievriendenhof was voor even een centrum binnen het centrum.
Er ‘schuilde’ wél een probleem: de huren voor de middenstanders waren er dermate hoog dat winkeliers maar moeizaam het hoofd boven water konden houden. En om die reden dus liep het er langzaam leeg.
Maar niet getreurd… er wás een oplossing: fashion! Dordt, zo besloot een ambtenaar die er in doorgeleerd had, zou dé modestad van de regio worden en de Drievriendenhof moest en zou veranderen in een stijlvol centrum met glimmende ramen en industriële hanglampen. En zo veranderde het ‘buurtcentrum met hart’ in een ‘modebunker met ambitie’. Alleen eh… daar trapten Schapenkoppen niet in: het publiek verdween als sneeuw voor de zon… ‘de loop’ verdampte en het geroezemoes verstomde.
Nu, met het afscheid van die ene grote trekker – de Primark, de Heilige Graal van bloesjes voor €1,50 – valt het doek voor het modeparadijs dat eigenlijk nooit écht van de grond kwam. Wat overblijft is een tochthol met ambitie… een kathedraal van leegstand.
Maar hoop gloort aan de horizon! Er wordt gepraat, gefluisterd zelfs, over een Spaanse fashionketen voor bakvissen en een Deense tuttenbollentoko. Namen worden niet genoemd, maar kenners vermoeden Zara en Søstrene Grene.
En komen ze niet: dan zetten we er gewoon een indoor skatebaan in… en een oliebollenkraam. Ach ja… ik denk, ik verzin maar iets belachelijks, want veel belachelijker dan het inmiddels geworden is kan dit mislukte winkelcentrum nooit meer worden toch?