
Je zou denken dat als een bedrijf decennialang vrolijk giftige stoffen lucht, water en grond in pompt, de overheid op enig moment met ferme hand op de rode stopknop zou kunnen drukken. Maar nee hoor, in Nederland hebben we die knop kennelijk bij een Chinese webwinkel gekocht: hij is best decoratief, maar hij werkt voor geen meter en de handleiding is alleen te lezen als je het hoog Mandarijn beheerst.
Twee gerenommeerde universiteiten kwamen tot de conclusie dat de provincie Zuid-Holland over ‘weinig tot geen’ juridische middelen beschikt om Chemours stil te leggen. Dat klinkt als: ‘We hebben het recht getest op stevigheid, en het zakte in als een campingstoel bij windkracht zes op een Franse camping.’
De provincie zit dus met de handen in het haar terwijl de landelijke overheid ondertussen driftig intentieverklaringen uit de kast trekt. ‘Nul uit de pijp’ luidt de nieuwe ambitie; een mooi streven natuurlijk, al klinkt het als de titel van een dieetboek voor schoorstenen.
Maar zijn er dan écht geen andere juridische routes? Tja… hooguit kun je pogen om Chemours s failliet te procederen door de regelgeving nóg verder aan te scherpen. Ik bedoel ‘money talks’ en als er niks meer te halen valt gaat zo’n bedrijf vanzelf wel verkassen… toch? Alleen jammer dat ze dan gewoon doorrollen in een land waar ‘milieu’ iets is dat je over een tapijt uitklopt.
Misschien ligt de oplossing in het buitenland. Frankrijk nationaliseert zonder blikken of blozen kerncentrales en Italië heeft ooit eens een kaasfabriek onteigend omdat ze daar slechte mozzarella produceerden.
in Nederland… vragen we beleefd of Chemours z’n giftige troep iets vriendelijker wil presenteren. Desnoods met een strikje erom. Tot die tijd doen we vooral aan polderpappen en natregelen. Iedereen beweegt, behalve degene die dat eigenlijk zou moeten doen. Want in dit juridisch moeras is de enige die écht stil ligt… de hand van de overheid op de stopknop.