Zuid-Holland snoeit rigoureus in het Waterbusnetwerk. En nee, dat gaat niet met een elegant tuinschaartje, maar met een behoorlijk botte scheepsbijl. De lijnen 21 (Rotterdam–Kinderdijk) en 23 (Dordrecht–Sliedrecht) verdwijnen per oktober, omdat ze structureel te weinig reizigers trekken.
Maar niet getreurd, want volgens de provincie blijft 90 procent van de huidige reizigers bediend. Alleen zegt zo’n percentage uiteindelijk weinig als de totale reizigersgroep inmiddels kleiner is dan het aantal voetballers op de elftalfoto van FC Bal Op Dak 9. De Waterbus kost per reiziger tien keer zoveel als een rit met de bus of de trein. En dat terwijl de boten, ondanks alle groene beloftes in de aanbesteding, nog altijd deels op diesel varen.
En dan het busvervoer. Probeer op zondag maar eens van het centrum naar Dubbeldam te komen. Je hebt meer kans op een lift van een verdwaalde bakfietsmoeder dan op een rit met lijn 4. De dienstregeling lijkt ontworpen door iemand die dacht: ‘Zondag? Dan wil toch niemand ergens heen?’
Er komt wél extra geld om de MerwedeLingelijn en de R-net bussen op te schalen, maar pas vanaf december. Tot die tijd blijft het behelpen, tenzij je een tijdmachine hebt naar vér voor de meest recente eeuwwisseling, toen het openbaar vervoer op en rond dit eiland toch echt stukken beter geregeld was dan anno 2025.
Het concessiesysteem, ooit verkocht als de gouden formule van marktwerking, blijkt vooral een recept voor frustratie. Vervoerders moeten winst maken op diensten die bedoeld zijn om mensen te verbinden, niet om spreadsheets te plezieren. Toch houden we eraan vast als aan een flippo in een vergeten bureaula.
Ik zeg: maak OV weer een nutstaak. Schrap de ronkende aanbestedingsdocumenten, geef vervoerders zekerheid, betaal ze voor bereikbaarheid en niet voor ‘een rendabel product.’Laat overheden plannen op basis van mensen en niet op basis van Excel-sheets.
Tot die tijd blijft de Waterbus het spookschip van de provincie… moeizaam dobberend richting de budgettaire Bermudadriehoek.