
Als ik het streven van vier Dordtse politieke partijen (VVD, Groen Links, Beter voor Dordt en CDA) goed begrepen heb, zou het zomaar eens kunnen dat Dordtenaren in het bezit van een elektrische auto hun voertuig vanaf 2026 ‘aan huis’ mogen opladen.
Ik zie het al helemaal voor me: kabel uit het raam, over het trottoir, naar de heilige graal: een parkeerplek voor de deur. Wie elektrisch rijdt, mag straks kennelijk ook territorium afbakenen, ofwel… welkom in de Kabelrepubliek. Waar de stoep niet langer van iedereen is, maar van wie zich een Tesla, Kia of stekker-Skoda kan veroorloven. De rest mag omlopen. Of struikelen. Rolstoelgebruikers, slechtzienden, ouders met kinderwagens… zij worden straks figuranten in het nieuwe Dordtse gezelschapsspel, getiteld ‘Ontwijk de Kabel.’
De indieners noemen het maatwerk, maar het voelt als een vrijbrief voor chaos. Want wie gaat straks controleren of die snoeren netjes zijn afgedekt? Of ze niet stiekem door het plantsoen kronkelen, langs de hortensia’s en over het gemeentegroen?
En dan is er nog de psychologische impact. Want wie eenmaal een kabel voor zijn voordeur heeft liggen, voelt zich straks ongetwijfeld eigenaar van de stoep. ,,Sorry buren, maar deze plek is bezet, want mijn kabel ligt hier al sinds gisteravond en hij laadt nog.’’
De publieke ruimte wordt straks, zo vrees ik, privaat, met een stekker als grenspaal.
De Dordtse stoep verandert langzaam in een spaghetti van ambities, want wie laadt hoeft niet te delen.
Maar goed… dit is Dordrecht. Hier zetten we ook plantenbakken op de stoep en noemen dat gezellig. Dus waarom geen kabels? Misschien kunnen we ze versieren… met kerstlichtjes. Of een bordje: ,,Hier laadt een trotse Dordtenaar… milieubewust, bezig met úw welzijn, dus sinds kort de trotse eigenaar van een eigen parkeerplekkie voor de deur.
En zo ontstaat een nieuwe tweedeling in de stad: wie laadt, leidt en wie nog ouderwets tankt, tuurt machteloos naar een stoep vol kabels en morele superioriteit.