
Zoals elk jaar, als de nachten weer gaan lengen, denk ik: hoeveel mensen slapen er vannacht weer buiten in Dordt… in een steegje, een autowrak of een vergeten caravan op een afgelegen parkeerplek?
Want ja, de opvang zit vaak vol en los daarvan is het Leger des Heils voor sommigen simpelweg een brug te ver.
Officiële cijfers zijn er niet, maar op basis van landelijke data en lokale signalen mogen we aannemen dat het in Dordrecht gaat om zo’n dertig tot zestig mensen. Mensen die nergens in passen, behalve in de marge.
De inmiddels 70-jarige Bertus, die ik al jaren ken, heeft het anders geregeld. Hij slaapt op een industrieterrein, in een leegstaande opslagruimte achter een bedrijf. Niet in een kraakpand of een tentje in de Merwelanden, maar in een schuurtje met een deal.
In ruil voor het in de gaten houden van de bedrijfsauto’s en het verzorgen van de bedrijfskatten mag hij daar verblijven. ,,We hadden hier ooit een ware muizenplaag,” zegt de bedrijfseigenaar, die zich al sinds jaar en dag over Bertus ontfermt. ,,Sinds we die katten hebben zijn het er veel minder, alleen moet je ze niet te veel voeren, anders gaan ze niet meer achter de muizen aan.”
En dus voert Bertus ze met beleid. De medewerkers van het bedrijf hebben hem inmiddels voorzien van een kacheltje, een matras, een paar stevige dekens en uit de personeelskas ontvangt hij een bescheiden weekbudgetje om eten te kopen… voor zichzelf én de katten. Sinds kort beschikt hij zelfs over een dienstfiets, want lopen naar de dichtstbijzijnde supermarkt lukt niet meer.
En zo draait Bertus alweer jaren mee… als buitengewoon medewerker in een systeem dat ‘de onzichtbaren’ meestal links laat liggen.
En nee, daar kwam geen zorgcoördinator, trajectbegeleider of beleidsnotitie aan te pas. Met een beetje goeie wil van een paar mensen met het hart op de juiste plek, kom je soms al een heel eind.