Een stem die moet blijven klinken


Op maandag 24 november is het alweer veertig jaar geleden dat de Dordtse schrijver en dichter Kees Buddingh’ overleed. Alleen… vraag vandaag aan jonge mensen wie hij was, en de kans is groot dat je een vragende blik krijgt. Buddingh’ leeft, in mijn ogen althans, te weinig voort in het collectieve geheugen en juist dáárom is het goed dat Dordt hem weer in het licht zet.
De stad herdenkt hem groots, met lezingen, muziek en stadswandelingen. De ‘gedenkdag’ opent om 11.00 uur in de Stadsbibliotheek, met ‘Koffie met Wim Huijser’, Buddingh’s biograaf en een van de drijvende krachten achter het Dordtse Buddingh’-genootschap.
’s Avonds is er een muzikaal programma getiteld, ‘John Lennon zingbaar vernederlandst”. Singer-songwriter Wim van Bruxvoort, alias ‘Kleine Bofkont’ brengt dan zijn nieuwe album uit, gebaseerd op Buddingh’s vertalingen van John Lennon-songs.
Toch blijft nog één wens onvervuld: een beeld. Een tastbare aanwezigheid in de stad die hij zo liefhad. Haarlem heeft Bomans, Amsterdam eert Multatuli, Den Haag heeft Louis Couperus op het Lange Voorhout. En Harlingen? Daar zit Anton Wachter – het alter ego van Simon Vestdijk – al jaren op een bankje in de stad.
Waarom hebben wij nog geen Buddingh’-beeld? Nee, niet pompeus, maar als herkenbare figuur op straathoogte. Handen in de zakken van zijn jas, krantje onder de oksel, pijp in de hand. Gewoon Kees. Zoals generaties hem kenden.
Buddingh’ was geen dichter van ivoren torens. Hij schreef over het alledaagse, het absurde, het ontroerende. Hij gaf Dordt een stem die nog altijd resoneert. Zijn gorgelrijmen zijn cultureel erfgoed, zijn verhalen een spiegel van de stad. Hij was een chroniqueur van het alledaagse en verdient een plek in het buitengewone decor van de binnenstad.
Buddingh’ hoort bij Dordrecht zoals DFC, de Merwede en de Grote Kerk. En wie goed luistert, hoort hem nog steeds murmelen… ergens tussen de krant, de pijp en een glimlach die zegt: ,,Kom, jongen, het valt allemaal best mee.’’

Plaats een reactie