
In Dordrecht is het politieke voorjaar vroeg begonnen. Ruby Pichel heeft Forum voor Democratie afgeschud als een glitterjasje na carnaval: leuk voor even, maar niet voor elke dag. Dus… stekker eruit, zetel mee, eigen toko begonnen.
Naam: Grip op Dordt. Afkorting: GOD. O ironie.
En natuurlijk klinkt meteen het dorpskoor: “Zetelroof! Schande! Verraad!”
Maar nee hoor. Die zetel is en wás nooit van de partij… die is namelijk van de kiezer. En die stemde op een individu, niet op een logo met een Latijnse spreuk. En als dat individu zegt: ,,Ik trek het niet meer met die club van zichzelf overschattende wappies in toga’s,” dan mag ze gewoon opstappen. Zo werkt nu eenmaal democratie.
Maar het echte probleem is natuurlijk niet Ruby Pichel. Het probleem is dat Dordrecht straks een gemeenteraad heeft met meer eenpitters dan een doos eieren. Zestien of – wie weet – straks misschien nog wel méér fracties op 39 zetels! Dat is geen raad meer, dat is The Voice of Dordt. Iedereen met een microfoon en een mening krijgt een stoeltje. En wat hoor je dan?
,,Ik ben vóór groen, maar wél met parkeerplek.”
,,Ik ben tegen overlast, maar vóór gezelligheid.”
,,Ik ben vóór transparantie, maar tegen camera’s.”
Het zijn allemaal dezelfde omeletjes, alleen gebakken in verschillende pannetjes.
De raadsvergaderingen zijn intussen verworden tot een open podium zonder eindtijd. Democratie als dagopvang voor mensen met zeggingsdrang. De stad brandt, maar er wordt vooral gepraat over de kleur van de brandblusser.
En ja, één eenpittertje kan best charmant zijn; een frisse wind… beetje heisa.
Maar ‘heul veul’ eenpitters? Da’s is geen frisse wind, da’s bestuurlijke builenpest.
Dus ja, opstappers mogen hun zetel houden. Dat is geen verraad, dat is gewoon de spelregel. Maar misschien wordt het tijd dat we ook een kiesdrempel invoeren ter bestrijding van bestuurlijke wildgroei. Want een raad vol splinterpartijen is uiteindelijk vooral een logistieke nachtmerrie… een malle stoelendans van egotrippers die vooral zichzelf willen horen.