
In het kader van onze rubriek ‘Dingen die geen nut hebben’ wil ik het graag met u hebben over dingen die geen nut hebben. Ik noem een alcoholverbod voor de binnenstad. Deze maatregel heeft als doel overlast van probleemdrinkers tegen te gaan of, nog concreter, om er voor te zorgen dat de drinkebroers die middagen en avonden lang op en rond het Vrieseplein al lallend en vechtend, de sfeer van een openluchtcafé weten op te roepen, worden ontmoedigd om daar alle bankjes bezet te houden. ‘Hèhè… eindelijk!’, dachten de omwonenden. Géén ordinaire ruzies en vechtpartijen meer, geen geschreeuw meer tot laat in de avond en misschien kunnen we zelf ook eens een keer op zo’n gezellig bankje gaan zitten, zodat het plein, dat het in zich heeft het allerleukste plein van Dordrecht te zijn, de functie krijgt die het verdient. Leuk idee dus, maar als je het niet kunt waarmaken, ofwel, als je een alcoholverbod instelt, maar dat vervolgens nauwelijks kunt handhaven, dan heeft het dus allemaal geen nut. Regelmatig zie ik stadswachten over het plein wandelen, ja, zelfs een praatje met de bankzitters maken. Maar over het biertje dat ze in hun hand hebben wordt de ene keer wel en de andere keer helemaal niets gezegd. Een paar slimmeriken zitten er tegenwoordig met een kleurig fruitsapje of sportdrankje. Die schijnen erg lekker te zijn als je ze mixt met wodka. Nee, ik verzin het niet: ik zie het gebeuren, net zoals ik met eigen ogen zie hoe biertjes worden overgegoten in colablikjes. Op die manier heeft het dus geen nut en zo blijft een in potentie leuk plein een eeuwige belofte.

Wat mij na terugkeer van mijn vakantie ook bijzonder trof (waarschijnlijk moet je eerst even een tijdje ergens anders geweest zijn voordat zoiets opvalt) is het feit dat Dordrecht méér dan ooit overwoekerd wordt met graffiti. Volgens mij ligt in de term ‘graffiti’ overigens ook de kern van dit probleem verscholen. Graffiti suggereert dat het hier om de een of andere kunstuiting gaat, maar volgens mij is het gewoon een ordinaire vorm van vandalisme die de stad, net als een plein gevuld met dronkelappen, een buitengewoon armoedige aanblik verschaft. En geloof me, de graffiti rukt op en verplaatst zich, via de Zwijndrechtse brug, gestaag richting binnenstad en schil, om over sommige buitenwijken nog maar te zwijgen. Het is de laatste tijd echt erger dan ooit. Natuurlijk is het verboden om met spuitbussen muurtjes te bekladden en ik begrijp best hoe moeilijk het is om 16-jarige jongetjes op heterdaad te betrappen en natuurlijk heeft de politie het druk, druk, druk. En dus (‘déjà vu all over again’) hoor je in de lokale politiek weer eens opperen dat er zogeheten graffitimuurtjes moeten komen, waar naar hartelust gekliederd kan worden. Ach, daar zullen vast wel tien goedwillende kunstenaartjes-in-spé op afkomen. Leuk hoor, straks weer zo’n foto in de krant van een trotse wethouder naast een troetelvandaaltje bij een gedoogmuurtje, maar de échte vervuilers, vaak stukken minder getalenteerd, maar wel vastbesloten om elk leeg muurtje in de stad vol te spuiten, laten zich echt niet ‘pamperen’ met een gemeentelijk goedgekeurd graffitiwandje. Geen nut dus, net als plakzuilen en plakmuurtjes trouwens. Als niemand er op toe ziet dat er buiten die plakmuurtjes en –zuiltjes niet geplakt mag worden dan heb je uiteindelijk alleen maar extra plakruimte in het leven geroepen en géén probleem opgelost.

Eveneens in het kader van ‘Dingen die geen nut hebben’, de zogeheten 30 km zone. Ik noem nu even de Vest en de Boomstraat, waar je met je auto dus niet harder dan 30 kilometer per uur mag rijden. Da’s wel zo veilig voor al die kindertjes die daar spelen of naar school lopen. Maar als je vervolgens niet kunt controleren of mensen zich ook daadwerkelijk aan die maximumsnelheid houden (over zowel de Vest als de Boomstraat wordt regelmatig gescheurd met snelheden van rond de 80 kilometer per uur) dan heeft het instellen van zo’n 30 km-zone dus totaal geen nut.
Zoiets is net zo nutteloos als tegen een paard zeggen dat ie voortaan niet meer op hol mag slaan met z’n rijtuigje vol toeristen. Je kan het wel roepen, maar da’s dan alleen maar voor de vorm. Niemand schiet er iets mee op en daar krijgt niet alleen een paard de hik van.
Kees Thies