
Zeuren, brainstormen, klagen, plannen maken, balletjes opgooien, in glazen bollen kijken, luisteren, leren, verbaal boksen, ergeren, genieten, pronken en praten. Er is een plek in Dordrecht waarop al deze termen van toepassing zijn. Meer en meer begint het CBK aan de Voorstraat zich te ontwikkelen tot het bruisend middelpunt van wat je ‘de Dordtse discussie’ zou kunnen noemen.
CBK staat voor Centrum Beeldende Kunst en we kennen het als een ruimte waar je mooie tentoonstellingen kunt zien en waar je prachtige kunstobjecten kunt lenen. Sinds enkele jaren kun je in het CBK ook ‘gedachten’ lenen.
Als het over de stad gaat, over hoe het beter kan, over hoe het anders moet, over hoe het niet of juist wèl moet, dan gebeurt het in het CBK. Dat doet u denken aan De Balie in Amsterdam? Die elitaire club, waar moeilijke mensen over moeilijke onderwerpen praten? Inderdaad. Eigenlijk zou ik natuurlijk glashard ‘nee’ moeten zeggen, want het CBK is natuurlijk helemaal geen Balie en héél erg Dordts, dus ook helemaal niet verheven. Maar dat is onzin. Het CBK is namelijk best een beetje een elite-clubje. Maar wat is daar eigenlijk in hemelsnaam mis mee? Moet alles in het leven dan teruggebracht worden naar het niveau patatevenement, Popstars en kabouter Plop?
Als journalist weet ik als geen ander dat het soms goed is om in je artikelen of columns een tikkie ‘op de hurken’ te gaan. Het is immers de taak van de journalist om een boodschap over te brengen en dus zul je zo nu en dan als ‘vertaler’ moeten optreden. Dus, géén jargon, niet al te ingewikkelde woorden en het liefst niet al te ingewikkelde onderwerpen. Ik bedoel maar… als een ambtenaar ‘amoveren’ zegt, dan bedoelt hij slopen.
Moeilijke materie is soms best te versimpelen zonder aan de inhoud al te veel afbreuk te doen. Maar soms is een moeilijk onderwerp ook gewoon een moeilijk onderwerp. En dan? Niet brengen? Niet over praten, want dan is het ook niet gebeurd? Natuurlijk niet.
Bij het CBK wordt soms over moeilijke onderwerpen gepraat: over sociale cohesie, over ruimtelijke inrichting, over het nut van kunst in de openbare ruimte en over meerjarenbegrotingen. Ik heb er discussies mogen leiden waarin termen als systeemintegratie, instrumentaria en realisatiestrategie over tafel gingen. Maar bij het CBK is de afgelopen jaren ook gesproken over de toekomst van de Voorstraat-Noord, over allochtone jongeren en hoe je die een toekomst verschaft binnen onze samenleving, over hoe je meer toeristen naar De Biesbosch trekt. Ik heb er gesproken met burgemeesters, wethouders, kunstenaars, ontwerper en topambtenaren, maar ook met winkeliers, boeren, verontruste bewoners, straatmuzikanten en asielzoekers.
Sommige onderwerpen waren moeilijk. Mar altijd ging het wel, op de een of andere manier over het leven dat wij leven. En daarom wil ik dat CBK helemaal niet kwijt. Het CBK brengt leven.