The answer is blowing in the wind


Ik vind het moeilijk om een standpunt in te nemen aangaande het verscherpte coffeeshopbeleid van de gemeente. Waarom? Tja, misschien heeft het iets met mijn generatie te maken. In mijn jeugd was het ‘normaal’ om zo nu en dan eens een pretsigaret op te steken. Dat paste een beetje in het tijdsbeeld van ‘alles moet kunnen en als we straks van school komen is er toch geen werk dus wat zullen we ons druk maken. We hebben allemaal recht op een uitkering toch?’
De soundtrack bij die levensfase werd verzorgd door Bob Marley, die op de meeste foto’s pronkte met een mega-joint tussen de vingers. Muziek van UB40 blowde ook lekker weg. De naam van die Britse band was afgeleid van het formulier dat je als werkloze in Groot-Brittannië moest invullen om een uitkering te krijgen en zo was het cirkeltje dus weer rond. De sfeer was trouwens altijd prima, want waar werd geblowd, werd over het algemeen niet gevochten. De tijden zijn veranderd, harder geworden, méér prestatiegericht.
Een uitkering is al lang geen vanzelfsprekendheid meer en ‘bewust niet werken’ is alleen voor miljonairs en slimme pensionado’s weggelegd. Presteren is het credo van deze tijd en de meeste van mijn generatiegenoten zagen dat op tijd in. Ik ken veel mensen die het, in het zakenleven of in de politiek ver geschopt hebben, van wie ik weet dat ze vroeger wekenlang met een zak wiet op de bank lagen. Een paar ouwe strijdmakkers van toen zijn blijven hangen in heftig geblow en veel van hen zie ik nu terug op of rond het Vrieseplein of bij de een of andere dagopvang. Met blowen is het net als met drinken. Alleen voor hen die maat kunnen houden is er eigenlijk niks aan de hand. Een tevreden roker is geen onruststoker. Alleen al om die reden én vanwege het feit dat straathandel me ook geen goeie zaak lijkt, zouden er toch een paar coffee-shops moeten blijven. Maar met veel overtuiging durf ik dit niet te stellen. Ik ben namelijk blij dat ik niet naast zo’n zaak woon.

Plaats een reactie