
Een trieste ontruiming van een triest tentenkampje dat na drie trieste maanden verworden was tot een triest kampeerplaatsje van mensen met een triest levensverhaal. Misschien had u deze column al in uw krant van gisteren willen lezen, maar toen het Occupy-kampement naast het Stadskantoor in de nacht van donderdag op vrijdag daadwerkelijk ontruimd werd, lag uw vrijdagkrantje al op de drukpers. Toch wil ik u mijn impressie van die nacht niet onthouden. Een aantal gemeenteambtenaren, vergezeld van wat politieagenten, journalisten en fotografen, staat, in druilerig weer, wat bedremmeld te wachten op een zojuist bestelde vrachtwagen met grijper en een schoonmaakploeg. Die zijn opgeroepen omdat de oorspronkelijke occupy’ers en de logeergasten van de laatste weken in geen velden of wegen te bekennen zijn. Dit als een laatste, wat kinderachtig protest tegen de aanzegging om het veld te ruimen. Kortom, het gevoel van de avond is ‘dank voor stroom en toilet en ruim zelf de rommel maar op’. De grootste van de tenten, blijkt door de initiatiefnemers geleend te zijn van een paar jongens uit een krakersgroepje en die zijn dan ook als enigen druk in de weer om ‘alléén onze eigen tent’ weer min of meer ongeschonden mee terug te nemen (in een treurig ogend bakfietsje) naar… waar ze dan ook wonen. Zwijgzame politiemensen, zwijgzame ambtenaren, zwijgzame krakers.Voor de journalisten vallen er verder weinig ‘quootjes’ te halen. Maar daar komt ineens wethouder Piet Sleeking aanfietsen, tóch de enige bestuurder die op deze druilerige nacht de moeite neemt om zijn gezicht te laten zien. Hij kan direct de confrontatie aan met juriste Jehanne Hulsman die haar onvrede over de ontruiming niet onder stoelen of banken steekt. Er zitten mijlen tussen hun meningen. De wethouder ziet de zinloosheid van de discussie dan ook snel in en voegt zich bij zijn ambtenaren. Een van de laatste bewoners, een wat onbestendig type getooid met bandana en met de uitstraling van een zojuist overleden rockzanger, ijsbeert nu en dan wat opzichtig ‘het beeld’ in om zijn avond toch nog enige glans te geven. Bij gebrek aan te interviewen betrokkenen wordt hij voor elke microfoon gesleept. Zijn commentaar is kort en duidelijk: ,,Rot op!’’ De grijper gaat aan de slag en het houdt op met zachtjes regenen.