‘Zeg schat, ik kan mijn boetekleed niet vinden. Ligt hij niet in de slaapkamerkast? Nee, ik heb hem net in de wasmand gegooid, maar je kunt hem best nog wel een keertje aan hoor.’
Onderweg naar kantoor voor het grote sorry-interview in het plaatselijke dagblad denkt HVC-directeur Nico Mensing nog even terug aan het crisisberaad van gisteren. De afdeling communicatie had hem, na al die negatieve publiciteit over een wegbezuinigd ophaalkalendertje geadviseerd om ‘dan maar’ over te gaan op plan B… het charmeoffensief. ‘Een publiekelijk mea culpa lijkt me, gezien de omstandigheden toch wel het beste’, had het hoofd communicatie tegen hem gezegd. Ze trok er een gezicht bij alsof ze het over het machtsvacuüm in Uruzgan had en Nico ging morrend akkoord. Het liefst had hij haar het vel over de oren getrokken, want waar was zij eigenlijk toen ze hier zo broodnodig was, toen er bijna een volksoproer ontstond omdat niemand in stad en streek nog wist welk klikokleurtje er op welke dag uitgerold moest worden, toen de telefoon roodgloeiend stond en de stad er bijna een week lang bij lag als een Braziliaanse sloppenwijk? ,,Wij hadden nu eenmaal geen Wifi in Wuustwezel, dus ik heb er in mijn vakantiehuisje eerlijk gezegd helemaal niks van meegekregen,’luidde haar excuus. ‘Nee écht, als ik het allemaal geweten had was ik meteen teruggekomen.’
Nico zucht nog eens diep. Hij had zich wel een beter begin van het nieuwe jaar voorgesteld. Eerst dat interview dan maar en vanmiddag nog even schoon schip maken op de afdeling systeembeheer. Die brutale ICT-knapen zaten vanaf half december lekker met hun dikke kont onder de kerstboom hun nieuwe Playstation uit te pakken, terwijl ze donders goed wisten dat ze hun zaakjes nog niet op orde hadden. Ik had gewoon alle verloven moeten intrekken’, zo verwijt hij zichzelf.
Nico verheugt zich op de avond. Heerlijk om mijn collega’s van Arriva, UPC en ProRail weer te zien. Die praatgroep ‘Falen zonder balen’ is toch elke maand weer een verademing in deze keiharde wereld zo vol met klagende klantjes.