
Eerst even de feiten, want zonder context klinkt verontwaardiging al snel als retoriek. Op begraafplaats Essenhof in Dordrecht bleken honderden lichamen in keldergraven nauwelijks te ontbinden door structureel gebrek aan ventilatie. In plaats van nabestaanden te informeren, koos de gemeente ervoor het probleem binnenskamers te houden. Erger nog: tussen 2013 en 2018 werden in het diepste geheim dertig grafkisten geopend en werden experimenten uitgevoerd met vloeistoffen, poeders en ventilatie om het ontbindingsproces op gang te brengen. Zonder toestemming. Zonder medeweten. Zonder openheid.
Pas jaren later kwam dit alles aan het licht, via gelekte memo’s en een onafhankelijk rapport. Excuses volgden. Maar nu weigert een meerderheid van de gemeenteraad het zwaarste controlerende middel in te zetten: een raadsenquête, waarbij betrokkenen onder ede worden gehoord.
En precies daar wringt het.
Dit gaat niet over politieke profilering of ‘ophefpolitiek.’Dit gaat over onze doden. Over mensen die aan de zorg van de gemeente zijn toevertrouwd en wier nabestaanden bewust onwetend zijn gehouden. Dat is geen bestuurlijke slordigheid, dat is een morele grensoverschrijding.
Wie nu pleit voor ‘rust’ en ‘afronding’ verwart stilte met heling. Rust zonder waarheid is geen rust, het is wegkijken. Een raadsenquête is geen heksenjacht, maar het enige instrument dat volledige openheid kan afdwingen wanneer vertrouwen is geschonden.
Dat het Openbaar Ministerie geen strafbare feiten ziet, is moreel irrelevant. Niet alles wat mag, deugt. Niet alles wat juridisch kan, is menselijk verdedigbaar. Hier is het moreel kompas losgelaten.
De doden kunnen zich niet verdedigen. Nabestaanden blijven achter met vragen, twijfel en woede. Als zelfs het stellen van die vragen wordt ontmoedigd, wie wordt hier dan eigenlijk beschermd?
Wie nu beweert dat ‘alles is uitgezocht’, vraagt om blind vertrouwen. Maar vertrouwen verdien je niet met excuses en procesafspraken. Vertrouwen verdien je met openheid.
Hier moet de onderste steen boven komen. Openbaar. Alles minder is bestuurlijke lafheid en laat nabestaanden achter met het gevoel dat waarheid ondergeschikt is gemaakt aan zelfbehoud.
Kees! Helemaal mee eens.
Als voorzitter van een kleine watersportvereniging (dacht dat onlangs 10 jaar was, blijkt al 15 jaar te zijn) en mijn “zetel” al meer als nodig aangeboden hebt, lukt het niet om van de functie af te komen…. Misschien omdat ik altijd heb gezegt en hoog heb gehouden dat de leden de baas zijn.
Kortom, in een democratie is het gewenst dat bestuurders openheid als wet 1, art 1, paragraaf 1 hoog in hun agenda houden!