U maakt de tabak zo klein mogelijk? ‘Ja, om de bodem er in te leggen. Eerst een laagje linksom en dan een laagje rechtsom, ik stamp het nog even aan en leg twee lucifers goed neer om ze gelijk te kunnen pakken. Verder is het een kwestie van goed opletten, rustig blijven, niet gaan zitten zuigen, zuigen, zuigen, want het is geen tepel zoals vroeger bij moeders aan de borst. Nee, gewoon zachtjes zuigen, twee keer blazen, asje d’r af halen en geduld opbrengen dat ’t zo lang mogelijk een klein vuurtje blijft.’ En zo word je wereldkampioen pijproken in Poznan? ‘Ik hoop daar een goed resultaat te halen.’ U  bent al vaker naar wereldkampioenschappen geweest, maar de laatste keer in Barcelona werd de spanning te hoog, toen was u na 45 minuten al klaar?  ‘Ja, dat was écht een afgang. Ik ben daar tè geconcentreerd gaan zitten roken.’ Hoe gaan we dat dit keer voorkomen? ‘Eerst een flinke neut wodka en dan gewoon op het gemak gaan zitten en tegen jezelf zeggen.. Hans, je hebt nét zoveel kans als die andere honderd deelnemers.’ U benadert het echt als een sport… bij topsport komen ook nog wel eens zaken als doping en vals spelen om de hoek kijken. Is dat in de pijprookwereld ook het geval? ‘Er zijn altijd vermoedens dat er mensen bij zitten die iets op hun handen smeren, zoals vaseline. Als je dan je tabak pakt wordt die een beetje vettig en iets dat vettig is brandt natuurlijk langer.’ Ongelofelijk… zelfs de pijprookwereld is niet onschuldig. En welke landen moeten we dan extra in de gaten houden? ‘Dat zijn uhh… meestal Italianen.’ De mafia? ‘Ja, mafia… ik denk dat er straks zelfs camera’s boven de tafels komen te hangen om ze niet de gelegenheid te geven. Spel is spel en dat moet je eerlijk spelen.’
Wat u zojuist las heb ik niet verzonnen. Het is de (bijna) letterlijke tekst van een radio-interview (RTV Rijnmond) met de Dordtse pijproker Hans Sonderman, die in oktober gaat deelnemen aan het Wereldkampioenschap Pijproken in het Poolse Poznan.