‘Hoe bestaat het’ was de titel van een televisieprogramma dat eind jaren zeventig op de Nederlandse televisie te zien was. In de jaren negentig, werd dit programma opgevolgd door het kijkcijferkanon ‘Ook Dat Nog!’ en tot voor kort werd bestuurlijk en ambtelijk gedwaal en geblunder in ons kikkerlandje op de hak genomen in ‘Kanniewaarzijn’, gepresenteerd door Astrid Joosten. Deze programmatitels schoten door mijn hoofd toen ik in mijn krant het relaas las van Dordtenaar Edwin de Visser, woonachtig aan de Rijksstraatweg. Het is jammer dat ‘Kanniewaarzijn’ door de Vara (al dan niet tijdelijk) van de buis gehaald is want het verhaal van De Visser zou daarin dé ‘headliner’ en ‘blunderstad Dordt’ in héél Nederland hét gesprek van de dag geweest zijn. Om het hele relaas tot in detail te lezen verwijs ik u graag naar het artikel van collega André Oerlemans dat eerder deze week in AD De Dordtenaar stond (ongetwijfeld terug te vinden op de Facebookpagina van deze krant). In het kort komt het op het volgende neer: in 2005 kochten Edwin en zijn vrouw Linda een leuke eengezinswoning aan de Rijksstraatweg. De achtertuin daarvan grensde dan wel aan het bedrijventerrein Dordtse Kil 3, maar volgens het bestemmingsplan zou nou nét in deze hoek van dat terrein louter laagbouw komen. Ook de folder van De Groene Tol (da’s de naam van het woonwijkje alhier) ‘beloofde’ de kopers een landelijke leefomgeving met vrij uitzicht aan de achterkant. Enkele jaren geleden werd het bestemmingsplan echter zomaar ineens door de gemeente gewijzigd, hetgeen een bouwmaatschappij in de gelegenheid stelde om hier (zo’n beetje tégen de achtertuin van De Visser en diens buren aan) een negen meter hoge loods met een sterk reflecterende wand te bouwen. Gevolg: weg uitzicht, weg licht, weg woningwaarde, weg leefgenot… zoiets doe je mensen gewoon niet aan. Een gemeentebestuur dat dit heeft laten gebeuren moet zich diep schamen en ik hoop van harte dat De Visser, in de bodemprocedure die hij inmiddels heeft aangespannen, door de rechter in het gelijk gesteld wordt.
FOTO AD: Maartje Brockbernd/Rinie Boon