We zitten in de maand van Boekenmarkt en Big Rivers… alleen wás er helemaal geen Boekenmarkt afgelopen zondag en zal er, met dank aan de familie Corona, in het weekend ná het komend weekend óók geen Big Rivers zijn. Nu weet ik wel, daar moet ik, onder het motto ‘count your blessings’ nu ook weer niet ál te dramatisch over doen, maar het doet me tóch wel zeer, aangezien ik me op beide evenementen altijd zo enorm kan verheugen. Ik vind het elk jaar weer een groot genoegen om, met een mijzelf opgelegd doel, over de Boekenmarkt te dwalen. De ‘opdrachten’ van dit jaar waren trouwens simpel: zo wilde ik nou eens definitief die Kluitman-jeugdboekenreeks over Tjerk Hiddes en zijn Discus compleet maken (ik mis nog twee deeltjes) en ook zou ik gaan zoeken naar een exemplaar (niet de pocket-versie) van Buddingh’s ‘De Avonturen van Bazip Zeehok’, want dát boek uit mijn jeugd wil ik nou eindelijk eens een keer als volwassene herlezen. En dan Big Rivers… uiteindelijk – met alle respect voor álle andere Dordtse evenementen – ons enige echte stadsfeest. Wat carnaval is voor, pak hem beet Venlo of Sittard, is Big Rivers inmiddels voor dit eiland geworden. En nee, ik zeg niet dat Big Rivers op carnaval lijkt, maar volgens mij begint het, na 23 jaar, wél steeds meer die ‘lading’ te krijgen. Een heuse carnavalsstad zullen we (met onze calvinistische wortels) wel nooit worden, maar tijdens Big Rivers laten wij Dordtenaren zien dat we wél feest kunnen vieren. Op de een of andere manier ‘klopt’ het ook gewoon: Dordrecht en muziek. Welke muziek? Tja, dat doet er bij Big Rivers eigenlijk niet eens meer écht toe, zo lang het maar muziek is die je op de een of andere manier ‘te grazen’ neemt. Da’s voor iedereen anders natuurlijk, maar dat is nou precies wat ik zo leuk vind aan Big Rivers… én aan de Boekenmarkt. Eerder dwalend dan zoekend stuit je er altijd wel op iets waar je gelukkig van wordt.