Twee hoogbouwverhalen eerder deze week in deze krant: bewoners van de Singel in Dordrecht maken bezwaar tegen de bouw van dertig appartementen in de ronde kantoorvleugel van gebouw Burgraadt tegenover het station en in Papendrecht is de mogelijke komst van een 28 meter hoog gebouw aan de Veerkade een gruwel voor de ingezetenen van een appartementencomplex, dat daar straks (mócht het plan doorgaan) precies achter komt te liggen. Gevolg: weg uitzicht op de markt, weg licht.
Beide situaties zijn niet helemáál vergelijkbaar, want gebouw Burgraadt (dat nu nog een kantoorfunctie heeft en grotendeels leeg staat) was er al een tijdje, dus van licht- en uitzichtverlies is hier geen sprake. De Singelbewoners vrezen vooral voor hun privacy omdat de kersverse Burgraadt-residenten, zo beweren zij althans, straks de erwten van hun bord kijken.
Nu vind ik de bezwaren van de Singelbewoners een tikkie overdreven en heb ik meer begrip voor de Papendrechtse ‘hoogbouwgedupeerden’ die straks, niet alleen figuurlijk, maar ook écht letterlijk ‘in het donker’ gezet worden. Maar, even los van mijn persoonlijke mening, leggen beide kwesties wel een groeiend probleem bloot. Steeds meer gemeentes in dit land bouwen, meestal buiten, maar ook steeds vaker aan de rand van of zelfs in hun binnensteden ‘de lucht in’ Bouwen in het alsmaar schaarser wordende groen willen gemeentebesturen immers graag zo veel mogelijk vermijden en vaak is er ook (zeker in Dordt, want dat is nu eenmaal een eiland) sprake van ruimtegebrek. Hoogbouw is dan nog de enige optie om aan de vraag naar woonruimte te kunnen voldoen. Gevolg daarvan is dat ‘geneugten’ als privacy, zonlicht en vrij uitzicht meer en meer een schaars goed worden.
Ik ben, ondanks mijn liftangst, op zich trouwens zeker niet anti-hoogbouw. Wél hoop ik dat de woontorens in het Dordrecht van de toekomst een beetje een uitdagend en ‘groen’ smoel krijgen. In deze stad kregen projectontwikkelaars met vooral dollartekens in hun ogen van visieloze, té pragmatisch denkende en ál te opportunistische bestuurders tot dusver wel erg vaak de vrije hand. Resultaat: veel hoogbouw is hier fantasieloos en smakeloos, want eh, uiteindelijk gewoon… blokkendoos.
Afbeelding: Maartje Brockbernd/André Oerlemans