
Het zijn ‘hete’ onderwerpen vandaag de dag: het kleurtje van Piet (totaal onbelangrijk voor kinderen, maar kennelijk onoverkomelijk voor sommige volwassenen), corona (elke zool met anderhalf jaar moedermavo is tegenwoordig deskundige), vuurwerk (‘Help, ze pakken al onze tradities af’) en de invoering van max 30 binnen de bebouwde kom. Over die eerste onderwerpen heb ik de afgelopen jaren al veel gezegd en geschreven… over dat laatste eigenlijk ook, behalve dit dan: natuurlijk is 30 goed in de stad, want 30 is gewoon minder hard dan 50 en een botsing met 30 komt simpelweg stukken minder hard aan dan 50. En sorry lieve complotdenkertjes, maar dat is onderzocht en aangetoond: max 30 betekent minder doden en gewonden in het verkeer en het is niet voor niets dat deze maximumsnelheid (binnen de bebouwde kom dus) in de meeste steden op ons wereldbolletje al lang en breed is ingevoerd. Probeer in een Amerikaanse stad maar eens nét een tikkie harder te rijden. Voor je het weet staat er een volvette sheriff in je oor te brullen en geloof me (ik ben ervaringsdeskundige), dan ben je écht even geen ‘rebelse’ Hollander met een grote bek meer. Kortom, ik sta achter de invoering van max 30 binnen de bebouwde kom, al ben ik de eerste om toe te geven dat het soms niet meevalt om ook daadwerkelijk ‘op die dertig’ te rijden. De smileys op Het Steegoversloot kijken me nog altijd vaker boos dan lachend aan. Dertig binnen de bebouwde kom zit ook gewoon nog niet in onze ziel en (meestal té zware) gaspedaalvoet. Structureel rustiger rijden is een veranderingsproces… een leerproces, net als roetveegpieten, net als ‘schikken’ in plaats van verontwaardigd brullen omdat je, vanwege een pandemie een keertje niet kunt après-skiën en eh… net als lege oogklinieken op 31 december. Over een jaar of twintig wordt er vooral gelachen om het gejengel en gepruttel van deze hakken-in-het-zand-generatie, die het leven vooral als een ‘eisenpakket’ ziet.
Ik rijd 26 km op de Noordendijk en als ik naar beneden ga, de binnenstad in, plusminus 18, op mijn ebike! Kloostertuin mag je eigenlijk niet fietsen, maar ’s morgens vroeg heeft niemand er last van.