
Eindelijk krijgt ‘ie een opknapbeurt… het station uit mijn jeugd. Ik heb het over Station Dordrecht Zuid of, zoals wij het thuis noemden, Station Sterrenburg. Ik heb er veel herinneringen liggen en eerlijk gezegd meer slechte dan goeie. Hoe dat komt? Tja, omdat ik nu eenmaal het type jongeling was dat vaak in z’n eigen bananenschil trapte. Heel wat ochtendjes heb ik in dat vreselijke tochtgat staan wachten op de eh… vólgende trein naar Tilburg (waar zich de journalistenschool bevond) en dat wachten duurde vaak onnodig lang, omdat ik de trein die ik eigenlijk had moeten hebben dan nét weer gemist had. Ook ben ik er minstens drie fietsen kwijtgeraakt; eveneens mijn eigen schuld, aangezien ik, vanwege ernstige last van haast, vaak geen tijd meer had om gebruik te maken van de stalling aldaar. Verder vergat ik er – op de vaak véél te late en katerige terugweg vanuit Tilburg, waar het bier per meter over de toog ging – nog wel eens uit te stappen. Nou ja, vergat… ik was dan ter hoogte van Breda in slaap gesukkeld en zag mijn woonwijk niet zelden al wakker schrikkend langs me heen razen. Dán moest ik dus vanaf Dordt Centraal de bus terug naar Sterrenburg pakken, waardoor ik nóg later thuis kwam. Dat reisgestuntel duurde gelukkig maar een jaar, want in mijn tweede studieseizoen besloot ik Dordt, uit praktische overwegingen, doordeweeks voortaan maar te laten voor wat het was. Die mogelijkheid diende zich aan omdat ik in Tilburg inmiddels een logeeradresje had gevonden.
In het derde jaar van mijn studie (het was inmiddels uit met mijn logeeradresje) besloot ik tóch weer full-time Schapekop te worden en ging ik op mezelf wonen in een huisje op loopafstand van Dordt Centraal.
Op het station van mijn jeugd ben ik al jaren niet meer geweest. Tóch ben ik blij dat het nu gerenoveerd wordt en voorlopig blijft bestaan. Waarom? Tochtig jeugdsentiment… meer niet.