
Nee, ik ben geen rekenwonder, maar een rapportje, ja zélfs eentje waarin veel getalletjes staan, kan ik nog wel lezen. Waar ik het over heb? Over het woningbouwbeleid in deze gemeente en over een onderzoek dat de plaatselijke rekenkamercommissie hiernaar, op verzoek van een aantal raadsfracties, gedaan heeft. Zo’n onderzoek schept altijd échte, want getalsmatige duidelijkheid, al gaat het in dit geval over een onderwerp waarvan u en ik de uitslag zelfs vanuit de losse pols al konden voorspellen. Daarover straks meer… eerst even terug naar die rekenkamercommissie. Da’s op zich een prima instelling en tevens een uitstekende ‘reisgids’ voor een gemeenteraad die een college van burgemeester en wethouders immers, op basis van feitelijkheden moet kunnen bijsturen of afrekenen.
Zo’n commissie echter formuleert haar bevindingen logischerwijs altijd zo neutraal mogelijk en dus begin ik maar even met een paar conclusies in eh… commissietaal. De woorden tussen aanhalingstekens komen letterlijk uit het rapport: de beschikbaarheid van woningen is hier ‘ondermaats’ en voor woningzoekenden met een laag inkomen is de situatie zelfs ‘kritiek’ te noemen en ook nog eens ‘verslechterd’ ten opzichte van 2016. Verder stelt de commissie dat de realisatie van woningen op dit eiland achter blijft bij de gestelde ambitie. Dat is allemaal keurig verwoord, zoals ik al zei, maar zelf ben ik toch wat minder diplomatiek. Op zich is er natuurlijk niks mis met de ambitie om hier, nog vóór 2023 zo’n 4.000 extra woningen te willen realiseren (tot en met 2030 zelfs 10.000), maar met louter het uitdragen van ambities kom je er niet; je moet die dan vervolgens wél waarmaken en dat is simpelweg niet gelukt. Mijn conclusie is dan ook dat diverse gemeentebesturen de afgelopen tien jaar hebben zitten pitten. Er is hier sprake van een gevalletje ‘te laat, te sloom en te weinig.’ In de eerstvolgende raadsvergadering over dit onderwerp wil ik dan ook minstens tien keer de term ‘mouwen opstropen’ horen.