Iedereen doet het, nou ja, in mijn leefomgeving dan. Ik heb het over twitteren en ik doe er graag aan mee. Het medium Twitter is voor een columnist nu eenmaal reuze handig om de stemming in stad en regio te peilen. De Dordtse gemeenteraadsvergadering van dinsdag smeult een avond en een ochtend na in mijn tijdlijn. Raadsleden die die bewuste avond nog een tikkie onzichtbaar waren, manifesteren zich op Twitter met hun standpunten, die in 140 lettertekens een stuk duidelijker overkomen dan in de raadszaal. Een hard werkende zakenman ergert zich aan het feit dat 70 miljoen euro aan lokaal belastinggeld in de culturele sector verdwijnt, maar heeft minder moeite met gemeentelijke hulp bij de schuldsanering van FC Dordrecht. Er wordt volop gediscussieerd al is dat eigenlijk een te groot woord. Nee, er wordt vooral stelling genomen. Wát is nou een goeie plek voor de kermis? Moeten de winkels tijdens Dordt in Stoom nu wél of niet open zijn? Moet de gemeente de voedselbank steunen? Mogen we nou wel of niet met z’n allen op grote tv-schermen naar EK-voetbalwedstrijden kijken? Niet alleen particulieren geven hun mening, ook instellingen twitteren er driftig op los. De gemeente twittert, de wijk twittert, bedrijven twitteren, burgemeesters twitteren (behalve die van Dordt dan) de krant twittert, het museum twittert en de chocolatier om de hoek twittert. Soms gaat het nergens over (‘mmmm…. lekkere appeltaart’), maar zo nu en dan is er ineens écht nieuws, een prachtig inzicht of een hele leuke grap.
Twitteren is het dorpscafé met als enige verschil dat Youp, Bono, Yolanthe en de wethouder nu ook wel eens aanschuiven. O ja, de politie twittert ook. Een voorlichter wil ons wijzen op een uitzending van Opsporing Verzocht: 15.000 euro voor gouden tip in onderzoek naar dood Johan de Waal Dordrecht.’ Knap hoor, drie fouten in één tweet. Het gaat namelijk om 10.000 euro, Johan de Waal komt niet uit Dordrecht maar uit Hardinxveld en hij is vooralsnog vermist dus of hij al dan niet dood is weten we niet.
Die pet past ons allemaal, maar bij sommige twitterende voorlichters zit hij misschien wat te strak.