
Toen ik Steef, een half leven lang geleden, voor het eerst ontmoette in een kraakpand aan de Groenmarkt was hij al, en ik citeer, ‘principieel tegen.’ Tegen wat? Tja, eigenlijk tegen alles wat ook maar een beetje naar, en ik citeer wederom, ‘establishment’ ruikt en dan vooral tegen dingen, zo realiseer ik me ineens, waarin het woordje ‘dienst’ zit opgesloten, zoals de belastingdienst, de sociale dienst en het inmiddels alweer een kwart eeuw geleden afgeschafte fenomeen dienstplicht. Steef, inmiddels 63, hád destijds, naar eigen zeggen, ingezet op S5, maar daar trapten ze niet in bij het leger. ,,Nee, afkeuren wilden ze me niet, maar ik mocht wél een alternatieve dienstplicht vervullen; stond ik zomaar ineens ergens in Den Haag papiertjes te prikken bij een of ander ministerie. Echt waterverf man.’’
Dat woordje waterverf komt in elk gesprek met Steef, die meestal op een bankje in park Merwestein aan een kolossale prettrompet zit te lurken, wel érg vaak bovendrijven. De sociale dienst is waterverf want veel te streng (‘Hoezo solliciteren? Waarop dan?’) en ook de belastingdienst is waterverf want ‘Waarom zou je überhaupt belasting betalen in een systeem waar je zelf niet om gevraagd hebt?’’ Wat hij dáár nou precies mee bedoelt heb ik tot op heden nooit begrepen, maar Steef, die zich de laatste jaren vooral afficheert als eh… onbegrepen kunstschilder, vindt nu eenmaal dat ‘het systeem’ onmiddellijk ‘ontmanteld’ moet worden. ,,Wél geweldloos natuurlijk, want geweld is waterverf.’’’
Nadat hij in het park mijn nieuwe Blafmans begroet heeft haalt Steef uit zijn tas een schilderijtje tevoorschijn. ,,Kijk dit soort dingen maak ik tegenwoordig.’’
Hij drukt een abstract en uitermate kleurrijk werkje in mijn hand en ik veins oprechte belangstelling. Dan zeg ik: ‘Waterverf zeker?’ Mijn kwinkslag wordt niet begrepen. Steef kijkt me wat glazig aan en zegt: ,,Nee joh gek… da’s acryl op doek. Kopen?’’
Ik betaalde er een tientje voor. Da’s geen geld toch… voor een column?