Ik moet een jaar of vijftien geweest zijn toen ik Mike Oldfields meesterwerk Tubular Bells voor het eerst ‘onderging’ en ja, dat veranderde wel degelijk iets in mijn leven, al kan ik nog altijd niet precies in woorden uitdrukken wát dat ‘iets’ nou precies was. Ik denk dat ik vanaf dat moment pas écht naar muziek ben gaan luisteren, want vóór die tijd reikte mijn smaak eerlijk gezegd niet zo héél veel verder dan kant-en-klare-drie-minuten-hitjes van Slade of The Sweet. Op haar oranje-bruine zolderkamertje met zorgvuldig gedrapeerde zeesterren in een visnet aan het plafond én een poster aan de muur van een verleidelijk hippiemeisje op een Puch, zette mijn klasgenootje de plaat, gekocht bij Spiering á 21.95 (in guldens nog) op en trok daarbij een plechtig gezicht. ,,Zoiets heb je nog nooit gehoord.’’
We rolden een verse Samson, vleiden ons neer in de kussens en luisterden een uur lang met gesloten ogen naar hemelse muziek. Daarbij moet ik wél vermelden dat dit uurtje halverwege wreed onderbroken werd, simpelweg omdat de plaat omgedraaid moest worden. Dat dit muziekstuk later de soundtrack zou worden van de horrorfilm The Exorcist kon ik toen nog niet bevroeden. Regisseur William Friedkin wilde een namelijk ‘score’ voor zijn film die zou aanvoelen als ‘a cold hand on the back of your neck,’ maar zó heb ik het die allereerste keer zeker niet ervaren.
Vanavond zit ik in de Grote Kerk om wederom naar Tubular Bells te luisteren, maar dan naar een klassieke uitvoering van dit werk, waaraan wordt meegewerkt door onder andere Cor Ardesch op het Kam Orgel en Boudewijn Zwart op de mobiele beiaard. Dit alles in het kader van het muziekfestival Big Rivers, waarvan de organisatie, na de Canto Ostinato van vorig jaar, wederom iets heel bijzonders bedacht en gerealiseerd heeft. Die associatie met The Exorcist, die ik één keer gezien en sindsdien altijd vermeden heb, hoop ik tijdens het concert (we zitten immers in een kerk) niet te leggen. ,,Ach joh, denk gewoon aan Bassie en Adriaan… die hebben die muziek ook gebruikt.” Hé, was dat niet Sint Sura die mij zojuist gerust stelde?