Van het een komt het ander. Nou ja… in ieder geval als je, zoals ik, op dagelijkse basis een column schrijft over het wel en wee van dit eiland en de ‘over-rivierse’ gebiedsdelen. Gisteren had ik het over het kunstwerk Maria Medea, dat drie jaar geleden, wegens ‘onderhoud’ uit de Spuihaven verdween en nog altijd niet is teruggekeerd. Ik ben blij dat mijn garage wat minder tijd in beslag neemt voor de onderhoudsbeurten van mijn auto en vroeg me meteen af hoe het zit met als die andere ‘verpieterkunst’ die in de Dordtse openbare ruimte staat, stond of eh… ligt. Want naar dat ‘piemelpark’ bijvoorbeeld (officieel heet het Fonteinlandschap), u weet wel dat prachtwerk van Hans Petri voor de ingang van het voormalige Refaja, wordt al jaren niet meer omgekeken en ook dat beeld van die stoeiende kinderen (officiële titel: De Vechtenden) van diezelfde kunstenaar staat er momenteel behoorlijk troosteloos bij voor de ‘ruïne’ van het vorig jaar gesloopte Gemeentelijk Lyceum op de Noordendijk. Dat laatste beeld, maar dat schreef ik eerder al, zou zeker niet misstaan op de hoek van de Museumstraat, ter hoogte van de Leonardoschool. En zo kom ik vanzelf op nóg een kunstwerk dat momenteel in de een of andere gemeenteloods ligt weg te rotten, namelijk dat prachtige Mobilarium van Bruno Mertens, dat tussen 1972 en 2016 voor het DSW-gebouw aan de Kamerlingh Onnesweg stond. Toen de gemeente de grond, waar dat pand op stond, verkocht had werd dit 26 meter hoge gevaarte, bestaande uit zes bewegende balken van staal en aluminium, gedemonteerd en, zo vrees ik nu, voorgoed opgeborgen. Volgens mij zou dat imposante ding prachtig tot zijn recht komen langs de rivieroever, ter hoogte van Stadswerven om vanaf die plek uit te stralen dat Dordt een stad ‘in beweging’ is. En ja, ik begrijp dat het onderhouden (en eventueel hérplaatsen) van ‘openbare’ kunst geld kost, maar dát is nu eenmaal de verantwoordelijkheid die je, als gemeente, op je neemt als je besluit een kunstwerk in je stad neer te (laten) zetten. Iets meer daadkracht op dit vlak zou het gemeentebestuur sieren.