Mijn wandelingen met Blafmans duren in deze dagen van ‘minder druk en minder haast’ nét even iets langer, maar aangezien mijn viervoeter inmiddels behoorlijk op leeftijd is, gaat het tegenwoordig allemaal wél wat langzamer. Waar ik voorheen ongeduld bespeurde als ik weer eens op straat met iemand in gesprek ging, ervaar ik nu vooral berusting. ‘Ach… de baas gaat weer kletsen, dan ga ik alvast maar liggen’… zoiets dus. En dus vlijt Blafmans zich alweer aan m’n voeten als ik op de vroege avond in de Vriesestraat Gerrit tegenkom. We houden geen anderhalve, maar drie meter afstand tot elkaar en dat is op verzoek van mijn voormalige buurman, die inmiddels 86 maar nog altijd behoorlijk vitaal is. ,,Ik neem geen enkel risico, dus ik blijf hier tegen de gevel staan en jij daar… dan lukt het allemaal best’’, zegt hij. ,,Hoe is met je?’’ vraag ik en Gerrit loopt leeg als een luchtballon. ,,Zoals je weet wás het waardeloos. Ik miste mijn dagelijkse bezoekjes aan het verzorgingshuis en Irma, die dementerend is, begrijpt er helemaal niks van dat ik nu niet langs kom. De mensen van de zorg probeerden het voortdurend uit te leggen, maar het drong niet tot haar door… ze was ontroostbaar en ik voelde me ook rot natuurlijk. Maar toen ben ik, met hulp van iemand van het verpleeghuis, eens gaan uitzoeken hoe dat nou precies zit met dat eh… Facetimen en het is nog gelukt ook. Ik had thuis al een iPad en ik heb er eentje bijgekocht die nu op haar kamer ligt. Als ze ’s avonds naar bed gebracht wordt neem ik op een vooraf afgesproken tijdstip contact op en de verzorgende van dienst duwt dan dat ding in haar handen. Dat werkt goed… we praten dan wat en ik zie dat ze er helemaal van opfleurt. En daarom moet ik nu dus snel naar huis, want het is bijna alweer zo laat.’’
Ik kijk Gerrit na en moet even slikken. Zie ik hem nou écht een beetje verliefd huppelen of verbeeld ik me dat maar?