
In een eerdere column beschuldigde ik gemeentebesturen in stad en streek van het feit dat ze aan een ernstige vorm van procrastinatie, ofwel uitstelgedrag lijden. Daar neem ik niks van terug, al moet ik wél bekennen dat ik zelf, zeker op het gebied van huis-, tuin- en keukenkarweitjes, een ware meester in uitstellen ben. Mijn vakantieweek was dan ook eigenlijk een door het thuisfront afgedwongen klusweek. Zo moest er onder andere een volledige slaapkamer worden verplaatst en dat ging gepaard met een hoop geschilder, gesjouw, getimmer en gepoets. Tijdens dat proces zijn we ongemerkt aan het ‘ontspullen’ geslagen en hebben we veel dvd’s, boeken, huishoudelijke apparaten en meubelstukken weggegeven en weggegooid. Afscheid nemen van spullen – ik ben een ‘bewaarder op sentiment’ – gaat mij zelden makkelijk af, maar het verlicht wél het gemoed, zo heb ik ondervonden. Toch heb ik, dankzij die grote schoonmaak, ook weer vergeten bezittingen hérontdekt. Zo stuitte ik op een prachtig schilderij van de in 1988 overleden Zwijndrechtse kunstenaar Piet van Rhoon. Hij had me dit werk (een impressie van water en lucht in de Biesbosch) geschonken, nadat we ergens halverwege de jaren tachtig, in zijn ouwe campertje, waren afgereisd naar het Duitse Norderstedt, alwaar het ‘Zwijndrechts Kunstenaars Kollektief’ exposeerde. Het was een gedenkwaardige trip omdat Piet, van oorsprong postbode, een opgewekt mens en een geweldig verteller was. Na die tentoonstelling deed hij mij zijn meest imposante schilderij cadeau, simpelweg omdat ik hem, tijdens die reis zo’n beetje onophoudelijk had laten weten hoe mooi ik dat werk vond. Lang hing het in de woonkamer, maar tien jaar geleden, verdween het, na een ‘restyling’ van de woonkamer, in een diepe kast. Nu hangt het aan de muur van onze ‘nieuwe’ slaapkamer en eerlijk gezegd maakt me dat reuze gelukkig. Mocht iemand in Zwijndrecht ooit nog eens besluiten een overzichtstentoonstelling met werk van Piet van Rhoon te organiseren, dan sta ik mijn ‘Gezicht op de Biesbosch’ graag een tijdje af… met frisse tegenzin, dát wel.