
De blijf-thuis-tijden in huize Thies verlopen meestal rustig, maar zijn op dinsdag net een tikkie onrustiger. Zoonlief, die in de zorg werkt, wordt tegenwoordig elke maandagochtend getest en dus is het steeds weer afhankelijk van de uitslag of hij in de nieuwe week weer ‘aan de bak’ mag. En da’s best even wennen, want je leeft met elkaar onder één dak en ook al is ons huis op zich ruim zat, je bent toch een gezin, dus onderling afstand houden zit nu eenmaal niet in ons ‘systeem’ opgesloten. Nou ja… het was tot dusver ook niet nodig, want de uitslag is al drie weken achtereen negatief. Mijn in Utrecht woonachtige dochter die, net als pa en ma, haar centjes in de journalistiek verdient, is inmiddels ook al een keer getest want haar huisgenoot was ziek en de verschijnselen wezen enigszins op de aanwezigheid van het virus. Ook hier bleek uiteindelijk niks aan de hand te zijn. Dat kan ik niet kan zeggen van diverse andere familieleden, van wie er een aantal in de zorg werkzaam zijn. In mijn familie- en vriendenkring zijn er inmiddels vijf mensen getroffen door corona, al is er tot op heden gelukkig nog niemand écht ziek geworden. Het leven van mij en mijn vrouw (die bij deze krant eindredacteur is) speelt zich alweer sinds de lente van dit jaar overwegend thuis af: we hebben beiden op de bovenste verdieping van ons huis een werkkamer waar veel computerschermen staan en zitten soms uren achtereen in onze aangrenzende kamers te tikken, te lezen, te regelneven, te bellen (ja, óók met elkaar) en te ‘zoomen’, terwijl de auto in de parkeergarage staat te verstoffen. Wie even niet werkt, kookt, doet de boodschappen of laat Blafmans uit. ’s Avonds (althans als mijn vrouw geen avonddienst heeft) maken we lange wandelingen door een stad die momenteel postapocalyptische trekjes vertoont. Eén ding weten we zeker… een avondklok zou hier geen enkel verschil maken.