
Een lightrailverbinding tussen Leiden en Dordrecht. Nee, dat is geen fantasietje van me, maar wel degelijk een realistische gedachte. In dagblad Trouw lees ik dat hoogleraar Tim van der Hagen stelt dat een verbinding tussen de universiteiten van Leiden, Rotterdam, Den Haag en Delft uiterst noodzakelijk is om als land aan de innovatie-top te kunnen blijven. ,,Het dichtbevolkte Zuid-Holland verwacht in de komende decennia zo’n 400.000 extra inwoners en met het aanleggen van meer asfalt ga je de files niet oplossen’’, aldus de rector magnificus van de TU Delft. Het plan voor een lightrailtraject in Zuid-Holland (op een nog aan te leggen spoor naast het al bestaande treinspoor) ‘speelt’ al vele jaren, maar vormt nu ook daadwerkelijk de ruggengraat van de provinciale groeiagenda.
Volgens hoogleraar Van der Hagen is een dergelijke verbinding in de nabije toekomst onontbeerlijk om de Delftse universiteit ‘op de kaart’ te kunnen houden als wereldspeler op het gebied van onder meer geneeskunde en kwantumtechnologie. ,,Onze studenten volgen ook onderwijs in Leiden en Rotterdam, dus een snelle lijn zonder spoorboekje tussen de campussen is voor ons van het allergrootste belang.’’
Nu vraagt u zich wellicht af: wat heeft Dordt daarmee te maken? Het antwoord is simpel: deze stad ligt (relatief dichtbij) aan het einde van dit gewenste traject en kán als woonplaats en in de toekomst ook als studielocatie een uitstekend alternatief bieden voor de verwachte ‘aanwas’ van forenzende werkenden en studenten. Dit is echter alleen mogelijk als er op korte termijn een snelle verbinding tot stand komt tussen Dordrecht en het noordelijker gelegen deel van de Randstad. Via het ‘reguliere’ spoor (lees ProRail) is Dordt de laatste jaren alleen maar moeilijker bereikbaar geworden, dus een dergelijk lightrailtraject zou uitkomst bieden. Met het oog op de twintig miljard euro die het Rijk de komende vijf jaar gaat verdelen uit het Nationaal Groeifonds, lijkt deze aloude droom zomaar ineens snel werkelijkheid te kunnen worden.