
Hebt u dat ook wel eens? Dat u iets leest – een stukkie in de krant bijvoorbeeld – en dat u eerst nog denkt: oh ja, helder… logisch ook. Tóch blijft het verhaal in uw hoofd rondspoken en als u het uiteindelijk dan nóg maar eens leest, valt er ineens een kwartje en dat kwartje zegt: hier klopt iets niet. Het kan natuurlijk ook aan mij liggen hoor, maar dat gevoel bekroop me na het lezen van dat hoera-verhaal van de Drechtstedengemeenten. Die verkondigen namelijk vol trots dat ze gezamenlijk wat eurootjes gaan bijpassen om te garanderen dat de bedrijvencombinatie Doeksen-Arriva ook in 2021 haar waterbusjes nog even netjes in de vaart houdt. Doeksen-Arriva, dat volgend jaar haar laatste concessiejaar ‘uitzit’, hád het namelijk al jaren moeilijk en vanwege de coronacrisis was 2020 nóg rampzaliger. En oh ja, de Zwijndrechtse vervoerder Swets, de opvolger van Doeksen-Arriva, doet óók nog een duit in het zakje om personenvervoer over water (volgend jaar dus nog met frisse tegenzin in handen van Doeksen-Arriva) te garanderen. Bent u daar nog? Wacht… ik vlieg hem even anders aan: Doeksen en Arriva kónden het vervoer over water al bijna niet meer lucratief bolwerken, corona maakte dat allemaal nóg moeilijker en uit angst dat ze er volgend jaar helemáál een potje van maken passen de regiogemeenten én de alvast warm lopende watervervoerder (Swets dus) samen een tonnetje bij. Waarom? Omdat het gevaar op de loer ligt dat veel trouwe ‘waterforenzen’ als gevolg van het mogelijk aanstaande prutsjaar van een ongemotiveerd Doeksen-Arriva straks besluiten om voortaan weer met de bus, de trein of de auto naar hun werk te gaan en die klantjes moet Swets dan in 2022 weer zien terug te winnen. En ja… dát snap ik op zich best, maar tegelijkertijd bewijst een dergelijk noodverbandje dat het hele concessiesysteem eigenlijk niet deugt. Zo wordt goedkoop, mede dankzij uw en mijn belastingcenten, namelijk tóch weer duurkoop.