Een verstandig besluit van de zogeheten Biesboschgemeenten en Staatsbosbeheer om bootjes met benzinemotoren voorlopig niet te gaan verbieden in dit natuurgebied. Ik schreef daar, ruim een maand geleden, een wat felle column over, waarin ik aangaf dat ‘gewone’ Dordtenaren met een zuurverdiend plezierbootje door die maatregel in feite uit de Biesbosch geweerd worden. Dat voelt onterecht aan, omdat juist die bootbezitters voorzichtig en zorgvuldig met ‘hun’ Biesbosch (velen wonen er als het ware ‘om de hoek’) omgaan. Ze laten geen troep achter, ze bouwen er geen luidruchtige feestjes, ze verstoren de fauna niet en ze varen ook zeker niet te hard… nee, ze ‘tuffen’ al sinds jaar en dag gewoon naar hun vaste stekkie om daar van de rust te genieten. En natuurlijk zal zich ook in dit natuurgebied, op de langere duur, een stapsgewijze transitie naar milieuvriendelijke motoren moeten gaan ontwikkelen, maar deze mensen, die lang hebben gespaard voor een bootje dat ze soms al tientallen jaren koesteren, mogen niet het slachtoffer worden van bestuurlijke krampachtigheid op milieugebied.
Het lijkt me beter dat gemeenten en Staatsbosbeheer (lees handhavers) zich de komende zomer nóg fanatieker gaan richten op de ware verstoorders van die zo unieke Biesbosch-rust… in de smalle kreken wordt nog maar ál te vaak gevaren met jetski’s en speedboten, bestuurd door figuren die geen enkel respect voor dit zeldzame stukje natuur hebben. Het zijn vooral deze types die er met lawaaiige nachtelijke feestjes (aan boord of op een van de vele eilandjes aldaar) de nachtrust van de dieren verstoren, die er veel troep achterlaten en die de oevers van kwetsbare kreken beschadigen door er onnodig golfslag te veroorzaken. En natuurlijk begrijp ik dat ‘heterdaadjes’ er niet altijd makkelijk zijn vast te stellen, maar feit is dat dit kwetsbare stukje natuur, dankzij dit soort egoïstische lomperiken, zo langzamerhand een wel érg hoog pretpark-gehalte begint te krijgen.