
,,Je hebt volgens mij twee groepen mensen: mensen die voortdurend ergens in de rij staan en mensen die eh… wél nadenken.’’ Mijn tafelgenoot, die op het terras zojuist weer een nieuwe bestelling plaatst, heeft een nogal rechtlijnig wereldbeeld, al moet ik toegeven dat ik zijn stelling van de dag even niet kon pareren. Zo’n beetje de halve eilandbevolking was die zaterdag immers, ondanks duidelijke waarschuwingen vooraf (de Rondweg wordt opgeknapt), tóch weer massaal de auto in gekropen voor een bezoekje aan de binnenstad. Dat was voor veel binnenstadsbezoekers even behoorlijk file-rijden geblazen en ook voor de parkeergarages, de ijssalons en de visboer op de markt, stonden die dag lange wachtrijen, dus het leek me wat zinloos om zijn stelling te pareren. Voor mijn gesprekspartner was dat aanleiding om nog een stapje verder te gaan: ,,Volgens mij zijn die mensen die vandaag onnodig lang in de auto zaten, precies dezelfde mensen die ook bij Ikea, de Efteling, de Ziggo Dome en op Schiphol altijd in de rij staan. Ik verdenk ze er van dat ze elkaar inmiddels ook allemaal een beetje kennen… zo van: hé, jij stond gisteren toch voor me bij Bram Ladage. Je bestelde drie patat, één kroket en een broodje hamburger.’’
Ik schiet in de lach en moest denken aan die keer dat ik op de route naar het zuiden bij wegonderbrekingen, tolpoortjes en andere ‘stopmomentjes’ inderdaad bij voortduring steeds dezelfde landgenoten trof. Je ging op den duur zelfs naar elkaar zwaaien en bij een benzinepomp in Bretagne ontmoette ik in de vroege avond een echtpaar met wie ik, aan het begin van de reis, bij de BP aan de Dokweg stond. Na wat kort heen-en-weer-gemopper over slechte Franse koffie en een loeihete zwarte zaterdag stelde hij zich aan me voor. ,,Jij bent die gast van de krant toch? Mijn naam is Ruud.’’
Nu, tien jaar later, pak ik zijn biertje aan en zeg: ,,Tot welke groep behoor jij eigenlijk?’’