
Als ik aan Peter R. de Vries denk moet ik terugdenken aan Germa van den Boom (19) uit Nieuwendijk. Het is alweer bijna 37 jaar geleden dat dit meisje van de ene op de andere dag van de aardbodem verdween en het feit dat er sindsdien nooit meer enige duidelijk is gekomen over haar lot zit me nog altijd dwars. Destijds verscheen dagblad De Dordtenaar nog in die regio en dus heb ik er als jonge verslaggever dikwijls over geschreven. Germa’s ouders moeten al tientallen jaren in een hel leven, want geloof me, de onzekerheid rondom een vermissing is een zwaar kruis om te dragen… zwaarder nog, zo vermoed ik, dan de eventuele zekerheid over haar dood. Ook op deze zaak heeft Peter R. de Vries zich, inmiddels alweer ruim tien geleden, gestort. Dat leverde toen helaas (nog) niets op, maar zijn enorme toewijding moet voor velen troostrijk geweest zijn.
Natuurlijk gaat mijn column van vandaag over Peter R. de Vries. Waarom? Omdat ik momenteel even aan niets anders kán en wil denken. Los van het feit dat ik (net als de meeste mensen in dit land met gevoel in hun donder) méévoel met zijn dierbaren, ben ik toch ook vooral bezig met het feit dat deze aanslag niet louter een aanslag is op een individu, maar ook op onze vrijheid van meningsuiting… op onze democratie. En natuurlijk is die democratie niet onfeilbaar en ook de journalistiek – het vak dat ik zélf al zo lang in alle vrijheid mag uitoefenen – is niet boven kritiek verheven (dat hoeft ook niet), maar feit is en blijft dat we in dit land al ruim driekwart eeuw over een vrije pers beschikken en een vrije pers is niets meer of minder dan de vinger aan de pols van een ‘controleerbare’ rechtsstaat; de immer vasthoudende journalist Peter R. de Vries is daar een vakbekwame en vooral ook moedige exponent van… een held dus, wat mij betreft.