Ik was er eind jaren tachtig – namens de krant – bij toen in de Biesbosch twee bevers werden uitgezet. Moek en Makker heette het stel en samen zouden ze voor héél veel nieuwe bevertjes in dit prachtige natuurgebied gaan zorgen. En, zo was de bedoeling, op den duur ook voor heel veel nieuwe bezoekers.  Dat lukte uiteindelijk, alleen was er wel even een eh… valse start, want ruim een jaar later ontsnapten Moek en Makker via een gat in een hek uit het beverreservaat. Makker werd uiteindelijk teruggevonden, maar Moek niet en dus kreeg Makker een nieuwe scharrel, namelijk Mieneke. Toch slaat ruim tien jaar later het noodlot wederom toe, want Makker knaagt een boom om en die komt terecht op Mieneke, die dat niet overleeft. Justitie heeft daar trouwens, héél gek, nooit onderzoek naar gedaan.
Ondanks een wat moeizame start wemelt het in de Biesbosch inmiddels van de bevers en staat de Biesbosch (óók vanwege de zeearenden die hier jaarlijks broeden) steviger op de toeristenkaart dan ooit tevoren. En nu zou het zómaar eens kunnen dat de Biesboschfauna binnen afzienbare tijd verrijkt gaat worden met nóg een diertje… namelijk de otter. Die is behoorlijk in opkomst in dit land en er komt natuurlijk een dag dat deze uitstekende zwemmers – ondanks het feit dat dit natuurgebied is omgeven door snelwegen en spoorlijnen – de Biesbosch heelhuids weten te bereiken. Bevers (planteneters) en otters (viseters) zitten elkaar niet dwars, dus dat zou voor beide diersoorten geen problemen opleveren. De otter is trouwens van oorsprong een Biesbosch-bewoner, maar niet bepaald populair bij vissers en mede om die reden werd dit dier in de vorige eeuw dan ook volledig uitgeroeid.
Toen ik onlangs, in het kader van een reportage, met boswachter Thomas door de Biesbosch voer, stelde ik hem de vraag of in de toekomst misschien ook de wolf een keer dit natuurgebied gaat ontdekken. Zijn antwoord luidde: ‘Tja… hij kán zwemmen dus écht ondenkbaar is het niet.’ Spannend hoor.