
Sinds de dood van Blafmans kwam ik ’s nachts minder vaak buiten, maar met mijn nieuwe maatje Mila loop ik tegenwoordig weer dikwijls, óók na middernacht, weer regelmatig een ‘rondje rond de kerk.’
Op een bankje aan de Pottenkade ligt een man te slapen. Ik wil hem niet storen en loop door, maar precies op het moment dat Mila en ik hem passeren, hoor ik mijn naam roepen. ,,Hé Thies, ben je soms verdwaald?’’
Ik kijk om en zie dat het Bertus is, een vaste klant van het Leger des Heils, die ik jaren geleden leerde kennen vanwege een interview dat ik met hem had, ter voorbereiding op een debatavond over dak- en thuislozen. ,,Ben je d’r uitgezet?’’ vraag ik Bertus, die inderdaad de reputatie heeft dat hij in de nachtopvang nog wel eens stampij schopt. ,,Nee joh,’’ antwoordt hij. ,,Eigen keus.’’
Dát wil er bij mij niet in, want het is bitterkoud buiten en het regent. ,,Ja hoor… eigen keus, met dit weer,’’ antwoord ik dan ook plagerig. Bertus gaat rechtop zitten en zegt: ,,Oké, ik geef het toe, ik wou wat centjes besparen. Laat ik het zo zeggen… het was vanmiddag óf een paar biertjes extra, óf een warm bedje en toen ik heb ik voor het eerste gekozen. Achteraf gezien stom misschien, maar ik heb m’n slaapzak bij me, dus ik ga zo dadelijk op zoek naar een beter plekkie.’’
Wáár dat is wil Bertus me niet vertellen. Wél zag ik hem vanochtend weer vrolijk (mét verborgen biertje) op het Vrieseplein zitten. Als hij me ziet roept hij: ,,Nog lekker geslapen?’’ Even ben ik van mijn stuk en zeg: ,,Dat had ik natuurlijk aan jou moeten vragen.’’ Bertus schiet in de lach: ,,Ja, da’s waar, maar eh… ik snap je aarzeling, dus ik dacht, ik zal je maar voor wezen. Da’s wel een muntje waard toch?’’
Ik lach besmuikt en overhandig Bertus voor twee euro aan schuldgevoel.
Wat ben je toch een lieverd….En ik moet er niet aan denken nu buiten te moeten slapen….