We horen er helemaal bij, want wij hebben nu óók een heuse dark store; om precies te zijn in Maasplaza, getiteld Flink. Dark store… dat klinkt een beetje duister, alsof er een bezorgdienst voor foute handeltjes in je stad staat. ,,Schat, de SM-zweepjes zijn op. Zo komen we het weekend niet door. Bel jij de dark store even. Bestel meteen even wat munitie voor m’n dubbelloops jachtgeweer en eh… we zijn trouwens ook door de rohypnol heen, dus doe daar meteen ook maar een doosje van.’’
Zó erg is het gelukkig niet. Dark stores zijn namelijk niets meer of minder dan veredelde opslagplaatsen van supermarktartikelen en de doelgroep is de intens luie binnenstadsbewoner. Hoe het werkt? Heel simpel: je staat toevallig nét achter je gasfornuis om een lekkere zuurkoolschotel klaar te maken en je komt er ineens achter dat je geen rookworst in huis hebt. Wacht even… voordat ik boze briefjes krijg: dat kan natuurlijk ook een elektrisch fornuis zijn en die worst is natuurlijk vega.
Kortom, je bent dus even worstloos. Dan kún je natuurlijk nog snel even naar de supermarkt (er zitten er bij mij drie op één minuut lopen), maar je hebt geen zin om je schoenen weer aan te trekken en dus bel of app je de dark store. Nog geen tien minuten later staat er dan een petjespuber (in vaktermen een flitsbezorger) met ronkende scooter en een peperdure rookworst aan je deur. Op zich geinig natuurlijk (dat ’t kán bedoel ik), alleen zien die winkels, met geblindeerde ramen, er simpelweg niet uit; dark stores (ze schieten in dit land als paddenstoelen uit de grond en ze hebben stoere namen als Gorillas, Getir en Zapp) dragen alleen maar bij aan de verloedering van binnensteden.
Hoe dan ook, we hébben er nu eentje en daar zou het, wat mij betreft, verder ook bij mogen blijven. Winkelstraten met afgeplakte etalages… dat lijkt me nóg angstaanjagender dan leegstand.