Als columnist – en ik doe dit werk nu alweer bijna 13 jaar – probeer ik over het algemeen niet ál te primair te reageren als ik in mijn krant lees over een plan, een idee of een initiatief. Het wordt dan snel meehuilen met de wolven in het grote Facebook-bos en voor je het weet ben je de zoveelste ‘schreeuwert langs de zijlijn’ waarvan men op den duur denkt: ,,Laat ‘m maar even uitrazen… hij is verder niet gevaarlijk.’’  Kortom, ik probeer me altijd in te houden, weeg argumenten en tegenargumenten zorgvuldig af en op grond van wat er dan nog in mijn hersenpannetje blijft malen kom ik tot een persoonlijk oordeel.
Dáár had ik afgelopen week bij hoge uitzondering tóch méér moeite mee dan gewoonlijk. Ik las namelijk dat het Dordtse CDA-raadslid Van Dam Timmers, op basis van een wandelingetje over de Dordtse weekmarkt, tot de conclusie kwam dat een hier al 35 jaar aanwezige handelaar in rookwaren vandaag de dag toch écht niet meer kan, want eh… roken is nu eenmaal slecht (vooral voor de gordijnen, om ‘De Kromme’ maar eens te citeren) dus de man dient, zo stelt het raadslid, met onmiddellijke ingang van de markt verwijderd te worden. Mijn reactie: Ja, natuurlijk is roken dodelijk (da’s het hele leven trouwens), maar wie de Dordtse markt écht kent weet ook dat Floor van den Burger op de markt een grote sociale functie heeft (altijd een grap, een glimlach en een praatje), dat hij zijn rookwaren keurig ‘achter’ zijn kraam bewaart en dat hij uiteindelijk – er zijn immers wetswijzigingen op komst en hij is óók geen twintig meer – zeker geen tien jaar meer op de markt zal staan. Kortom, geacht gemeenteraadslid: probeer vlak voor de verkiezingen géén puntjes voor de bühne te scoren, maak je liever verdienstelijk door je op wézenlijke problemen in de plaatselijke samenleving te storten en dus eh… laat het los.