
Wat stampen we toch lekker hard hè, zegt de muis tegen de olifant, als ze samen op de houten brug over de vijver in het park lopen. Daar moet ik voortdurend aan denken als ik langs dat kleine occupy-tentenkampje bij het Stadskantoor loop. Op zich hou ik wel van mensen die, vol van idealen, van alles en nog wat organiseren met het oog op een wereld waarin de welvaart wat eerlijker verdeeld is. Sterker nog, ik heb zelfs bewondering voor die paar initiatiefnemers die op hun manier blijk wilden geven van hun onvrede met ‘die inhalige banken’ en ‘dat grote onrecht in die grote boze wereld’. Zij hebben wat mij betreft hun punt gemaakt en ik geef ze extra punten voor die vele koude nachten en die gore blikken soep van de Aldi die ze op dat mistroostige stukje stoep getrotseerd hebben. Maar nu is het mooi geweest, nu is het klaar. Het werd een beetje sneu en doelloos allemaal, zeker op het moment dat allerlei duistere types zonder vaste woon- of verblijfplaats, dat kleine kampje gingen overnemen. Met idealisme had het vanaf dat moment al helemaal niks meer te maken, maar eerder met vier euro besparen voor een bedje bij ‘het Leger’. Een paar van die Ocuppy-knulletjes verdenk ik ervan dat ze er gewoon uit verveling zaten: eigenlijk wonen ze nog gewoon in ‘Hotel Mama’, maar dat klinkt niet zo cool en ze wilden in deze provinciestad ook wel eens een keer iets spannends meemaken. Occupy Dordrecht had een hoog ‘ach gossie-gehalte’ en iedereen heeft er een beetje de buik van vol. Eigenlijk geldt dat ook voor de initiatiefnemers die, al ze zullen ze dat nooit hardop toegeven, best wel opgelucht waren dat de gemeente nu roept dat het de hoogste tijd is om maar weer eens op te zouten. Maar inmiddels is het kampje min of meer overgenomen door een paar leegschedels die verder niet zoveel om handen hebben en die vinden het reuze boeiend om vandaag een beetje met oom agent te sparren om het fotoboek van hun leven uiteindelijk toch nog enige glans te geven. ,,Ja m’n jongen, die opa van jou was me er eentje hoor. Kijk op deze foto word ik aan mijn oorlelletje een politiebusje ingesleurd. Dat waren nog eens tijden. Bij de banken en op de beurs deden ze het in hun broek van angst.’’